Functie VRIJGAVE/UITSCHAKELEN REF
Met de softkey om te schakelen tussen Vrijgave/uitschakelen ref, die
beschikbaar is tijdens de herstelprocedure voor de positie, kan de
operator een specifiek referentiemerk op een encoder selecteren. Dit
is van belang bij gebruik van encoders met vaste referentiemerken (in
plaats van encoders met de functie Position-Trac™). Als de softkey
REF UITSCHAKELEN wordt ingedrukt, wordt de herstelprocedure
onderbroken en worden alle referentiemerken die worden
gepasseerd, tijdens de beweging van de encoder genegeerd. Als
vervolgens de softkey VRIJGAVE REF wordt ingedrukt, wordt de
herstelprocedure weer geactiveerd en wordt het volgende
gepasseerde referentiemerk geselecteerd.
U hoeft niet de referentiemerken van alle encoders te passeren, maar
alleen de merken die u nodig hebt. Zodra de referentiemerken voor
alle gewenste assen zijn vastgesteld, drukt u op de softkey GEEN REF
om de procedure te beëindigen. Als alle referentiemerken zijn
gevonden, keert de Wizard 550 automatisch terug naar het scherm
DIGITALE UITLEZINGEN.
Parameters voor Bewerking instellen
Druk eerst op de softkey INSTELLEN als u de parameters voor
Bewerking instellen wilt bekijken en wijzigen. Markeer vervolgens
met de toets Pijl omhoog/omlaag de relevante parameters en druk op
Enter.
Maateenheden
Het invoerscherm Maateenheden gebruikt u om de gewenste
weergave van eenheden en indelingen te specificeren. U kunt de
maateenheid ook selecteren door op de softkey INCH/MM te drukken in
de werkstand Feitelijke waarde of Restweg.
Schaalfactor
Met de schaalfactor kunnen de afmetingen van het onderdeel worden
vergroot of verkleind. Bij schaalfactor 1,0 wordt een onderdeel
gemaakt met exact dezelfde afmetingen als op de tekening. Bij een
schaalfactor >1 wordt het onderdeel groter, en bij <1 wordt het
onderdeel kleiner.
De numerieke toetsen kunt u gebruiken voor het invoeren van een
getal groter dan nul. Het bereik loopt van 0,1000 tot 10,000. U kunt
ook een negatieve waarde invoeren.
De instellingen voor de schaalfactor blijven behouden na het
uitschakelen.
Wanneer de schaalfactor een andere waarde heeft dan 1, wordt het
schaalsymbool
in de asweergave getoond.
De softkey AAN/UIT wordt gebruikt om de huidige schaalfactoren
uit te schakelen.
Spiegelen
Bij een schaalfactor -1,00 ontstaat een spiegelbeeld van
het onderdeel. U kunt een onderdeel tegelijkertijd zowel in
spiegelbeeld als op schaal weergeven.
Wizard 550
Fig. I.3
Het scherm BEWERKING INSTELLEN
tijdens frezen
3