Instelmogelijkheden
Instelmogelijkheden voor de
eindgebruiker
a) Schakelklok
b) Display
c) Temperatuurinstellingen
d) Functieschakelaar
e) Beknopte handleiding
a) Schakelklok
Op de analoge dag- resp. weekklok
wordt voor elke 15 min. resp. elke 2 uur:
- nachtbedrijf met verlaagde tempera-
tuur: een ruiter naar binnen gedrukt
- dagbedrijf met normale temperatuur:
een ruiter naar buiten gedrukt
Draai de juiste tijd tegenover de pijl van
de 24-uurs klok. Bij de weekklok ook op
de weekdag letten. Bij toepassing van
een digitale klok de desbetreffende
handleiding raadplegen.
b) Display
Door de functieschakelaar, die zich
achter de frontplaat bevindt, te ver-
draaien, kunnen verschillende
temperaturen en de bedrijfssituatie op
het display worden weergegeven.
c) Temperatuurinstelling
Uitsluitend weersafhankelijk regelen
Parallelverschuiving van de stooklijnen
voor ketel- en cv-circuit.
Schaalindeling in K (°C) ruimtetempera-
tuurverandering. Standaardinstelling 0
(20°C). De parallelverschuiving is mede
afhankelijk van de steilheid van de
stooklijn en kan derhalve voor de beide
circuits verschillend zijn.
6
Met ruimtetemperatuuropnemer
Met de instelling P8.4 kan worden
gekozen tussen maximum ruimte-
temperatuurbegrenzing of adaptieve
ruimtetemperatuurcompensatie.
Maximum ruimtetemperatuurbegrenzing
De functie van knop C is zoals om-
schreven onder "uitsluitend weersafhan-
kelijk regelen". De maximum ruimte-
temperatuur, waarboven de stooklijn
glijdend wordt verlaagd, wordt ingesteld
onder P5.2 (blz. 14).
Bij toepassing van ESMF en ECA 9020
kan deze waarde separaat worden
verschoven resp. ingesteld.
Adaptieve
ruimtetemperatuurcompensatie
Glijdende stooklijnverhoging of
verlaging bij te lage resp. te hoge
ruimtetemperatuur. Instelling van de
gewenste ruimtetemperatuur onder
P5.2.
Met knop C kan de ingestelde waarde
worden verhoogd of verlaagd.
Met ESMF en ECA 9020 kan de
gewenste ruimtetemperatuur separaat
worden verschoven resp. ingesteld.
De versterkingsfactor voor de ruimte-
temperatuurbeïnvloeding wordt inge-
steld in P9.2. Het cijfer 0 betekent geen
invloed (100% weersafhankelijke
regeling), terwijl het cijfer 9 een
maximale ruimtetemperatuurinvloed
bewerkstelligt (de regeling krijgt meer
het karakter van een
ruimtetemperatuurregeling).
d) Functieschakelaar
VI.76.T2.10 © Danfoss 11/92
Alleen voor ECL 9500
Brander en pomp uitgeschakeld,
mengklep gesloten. De installatie is
normaal tegen vorst beveiligd.
Alleen voor ECL 9550
Brander en pomp uitgeschakeld,
mengklep gesloten. De installatie is
normaal tegen vorst beveiligd. De
regeling van de boilertemperatuur
blijft in bedrijf.
BC-HM