Positierij 9 - Diverse instellingen (vervolg)
Positie
Instelling van
P9.4
Minimum inschakelduur brander
Instelling van de gewenste minimum inschakelduur
0
van de brander. Het instelbereik is in minuten.
Neutrale zone mengregeling
Instelling van de neutrale zone van de aanvoertempe-
3
ratuur van het cv-circuit. Binnen de neutrale zone
ontvangt de servomotor geen stuursignalen.
P9.5
Vertraagde inschakeling in vóór- en naseizoen
Instelling van de vertragingsfactor voor de inschake-
5
ling van de verwarmingsinstallatie op basis van
geaccumuleerde warmte in het gebouw. Deze
functie werkt op basis van de stookgrens, die is
ingesteld in P1.2.
Voor gebouwen met een groot accumulatievermogen
dient een hogere waarde te worden ingesteld.
Dempingsfactor retourtemperatuur
Instelling van de dempingsfactor voor de meting van
5
de retourtemperatuur ten behoeve van de retour-
temperatuurbegrenzing
0 = minimum demping
9 = maximum demping
Volgregelaar
CV-installaties met meerdere regelaars.
0
Wordt op de ECL de buitenvoeler aangesloten,
dan wordt deze regelaar automatisch de hoofdrege-
laar (master) en controleert daarmee de bus.
Het adres van de ECL is 15 en dit wordt zicht-
baar door het ontbreken van de linker indicatie (kan
ook niet worden ingesteld).
In het geval de ECL wordt gebruikt als volg-
regelaar:
0
1-9 = buitentemperatuursignaal, berekende waarden
20
= alleen buitentemperatuursignaal gaat van
"master" naar "slave"
en kloksignalen (ECA 9020) worden via de bus
doorgegeven. Zie voor nadere informatie het
toepassingsblad voor hoofd/volgregelaar.
VI.76.T2.10 © Danfoss 11/92
Bereik
1 3 0
0-9 min
0-9 K
0 5 5
0-9
0-9
0-9
BC-HM