[OPNAME] functie:
Opnamen maken met een scènefunctie die past bij
de omstandigheden
Als u een scènefunctie kiest om een opname te maken van een beeld in een bepaalde
situatie zal de camera automatisch de optimale belichting instellen en aanpassen voor de
gewenste opname.
1
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] selectieschakelaar naar [¦/!] en
druk vervolgens op [MODE].
2
Raak [SCÈNE MODE] aan.
3
Raak de scènefunctie aan om te selecteren.
•
Menuscherm kan geschakeld worden door [2]/[1]
aan te raken in het linker en rechter gedeelte van het
scherm.
•
Het menuscherm schakelt over naar het
opnamescherm in de ingestelde scènefunctie.
∫ Over de informatie
•
Als de informatie op [ON] staat, zal er uitleg afgebeeld
worden over de geselecteerde scènefunctie wanneer de
scènefunctie aangeraakt wordt in stap
Aantekening
•
Als u [SCN] aanraakt op het opnamescherm van de scènefunctie, zal het scherm terugkeren
naar het scherm dat beschreven wordt in de stap hierboven
•
Lees
P57
voor informatie over de sluitertijd.
•
De flitsinstelling van de scènefunctie wordt weer op de begininstelling gezet wanneer de
scènefunctie veranderd wordt.
•
Wanneer u een opname maakt met een scènefunctie dat niet geschikt is voor dat doeleinde,
kan de tint van het beeld verschillen van de werkelijke scène.
•
De volgende items kunnen niet ingesteld worden in de scènefunctie omdat het toestel ze
automatisch op de optimale instelling zet.
–
[SLIMME ISO]/[GEVOELIGHEID]/[MEETFUNCTIE]/[I.CONTRAST]/[KLEUR EFFECT]/
[FOTO INST.]
•
Aanraking AF/AE kan gebruikt worden behalve voor de volgende scènefuncties.
–
[STERRENHEMEL]/[VUURWERK]
•
[I.CONTRAST] wordt automatisch geactiveerd behalve in de volgende scènefuncties.
–
[NACHTL. SCHAP]/[VOEDSEL]/[HUISDIER]/[HI-SPEED BURST]/[STERRENHEMEL]/
[VUURWERK]/[STRAND]/[SNEEUW]/[LUCHTFOTO]
Gevorderd (Opname van beelden)
¿
(Scènefunctie)
3
.
3
.
- 70 -