Heet beeld kan niet opgenomen worden.
•
Is de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar de [¦/!] instelling geschoven?
•
Is er nog ruimte over in het ingebouwde geheugen of op de kaart?
> De onnodige beelden wissen om het beschikbare geheugen te vergroten. (P49,
Het opgenomen beeld is witachtig.
•
Het beeld kan witachtig worden als er vuil zoals vingerafdrukken op de lens zit.
> Als de lens vuil is, het toestel aandoen, de lenscilinder
voorzichtig het lensoppervlak schoonwrijven met een zachte schone doek.
De zone om waar de beelden genomen werden wordt donker.
•
Werd het beeld gemaakt met de flits op een korte afstand met de zoom heel dichtbij [W] (1k)?
> Zoom een beetje in en maak vervolgens de beelden.
Het beeld is te licht of te donker.
> Controleer de instelling van de belichtingscompensatie.
•
Instellen van de [KORTE SLUITERT.] hogere snelheid zou het beeld donkerder kunnen maken.
> De [KORTE SLUITERT.] instellen op lagere snelheid.
Er worden 2 of 3 beelden één voor één genomen.
> Stel auto bracket (P69), [HI-SPEED BURST]
(P96)
van het [OPNAME] functiemenu in op [OFF].
Het object is niet goed scherp.
•
Het focusbereik varieert afhankelijk van de opnamefunctie.
> Stel op de juiste functie in voor de afstand naar het onderwerp.
•
Ligt het onderwerp buiten het focusbereik van het toestel.
•
Er is camerabeweging (golfstoring) of het onderwerp beweegt enigszins.
Het opgenomen beeld is wazig.
De optische beeldstabiliseerder is niet effectief.
> De sluitertijd wordt langzamer wanneer er beelden gemaakt worden op donkere plekken,
daarom het toestel stevig vasthouden met beide handen om de beelden te maken.
> Wanneer u beelden maakt met een langzame sluitertijd, de zelfontspanner gebruiken.
(P60)
Het is niet mogelijk beelden maken m.b.v. auto bracket.
•
Is het aantal opneembare beelden 2 of minder?
Overige
Opnemen
(P12)
(P44)
(P68)
(P77)
in scènefunctie of [BURSTFUNCTIE]
(P41)
- 155 -
115)
uit doen schuiven en
(P43)
(P25)
(P38)