4.6
Warmwatertemperatuur instellen
Voorwaarde: Geen thermostaat aangesloten
▶
Druk op
(
).
◁
Op het display wordt de ingestelde warmwatertem-
peratuur knipperend weergegeven.
▶
Stel met behulp van de draaiknop de gewenste warm-
watertemperatuur in.
▶
Druk op
om de instelling te bevestigen.
Voorwaarde: Thermostaat aangesloten
▶
Druk op
(
).
◁
Op het display wordt de ingestelde warmwatertem-
peratuur knipperend weergegeven.
▶
Stel met de draaiknop de maximaal mogelijke warm-
watertemperatuur op het product in.
▶
Druk op
om de instelling te bevestigen.
▶
Stel de gewenste warmwatertemperatuur met de ther-
mostaat in (→ gebruiksaanwijzing thermostaat).
4.7
Warm water tappen
▶
Open een warmwaterkraan, om warm water uit de warm-
waterboiler af te tappen.
◁
Wanneer de boilertemperatuur lager is dan de inge-
stelde warmwatertemperatuur, dan wordt het product
automatisch ingeschakeld en wordt het water in de
warmwaterboiler opgewarmd.
◁
Wanneer de boilertemperatuur met de ingestelde
warmwatertemperatuur overeenkomt, wordt het pro-
duct uitgeschakeld. De pomp loopt nog even na.
4.8
Correcte vuldruk van de CV-installatie
garanderen
4.8.1
Vuldruk van de CV-installatie controleren
Aanwijzing
Voor een optimale werking van de CV-installatie
met de vuldruk bij een koude CV-installatie tussen
0,1 MPa en 0,2 MPa (1,0 bar en 2,0 bar) liggen.
Als de CV-installatie zich over meerdere etages
uitstrekt, kan een hogere vuldruk van de CV-in-
stallatie nodig zijn. Vraag hiervoor raad bij uw in-
stallateur.
Als de vuldruk van de CV-installatie onder
0,08 MPa (0,8 bar) daalt, knippert op het display
het symbool voor de installatiedruk. Wanneer de
vuldruk tot onder 0,03 MPa (0,3 bar) afneemt,
wordt het product uitgeschakeld. Op het display
verschijnt de foutmelding F.22.
1.
Druk twee keer op
◁
Op het display wordt de actuele installatiedruk als-
mede het toegestane drukbereik weergegeven.
2.
Controleer de vuldruk op het display of via de manome-
ter.
Resultaat 1:
Vuldruk: 0,1 ... 0,2 MPa (1,0 ... 2,0 bar)
De vuldruk ligt in het gewenste drukbereik.
Resultaat 2:
Vuldruk: < 0,08 MPa (< 0,80 bar)
0020303580_00 eloBLOCK Gebruiksaanwijzing
.
▶
Vul de CV-installatie. (→ Pagina 7)
4.8.2
CV-installatie vullen
Opgelet!
Risico op materiële schade door sterk
kalkhoudend, sterk corrosief of met che-
micaliën vervuild CV-water!
Ongeschikt leidingwater beschadigt pak-
kingen en membranen, verstopt waterdoor-
stroomde componenten in het product en in
de CV-installatie en veroorzaakt geluiden.
▶
Vul de CV-installatie alleen met geschikt
CV-water.
1.
Vraag een installateur waar de vulkraan zich bevindt.
2.
Verbind de vulkraan met een CV-watertoevoer, zoals
de installateur het u uitgelegd heeft.
3.
Open alle thermostaatkranen van de CV-installatie.
4.
Open de CV-watertoevoer.
5.
Draai de vulkraan langzaam open en vul water bij tot de
vereiste vuldruk bereikt is.
6.
Sluit de CV-watertoevoer.
7.
Ontlucht alle radiatoren.
8.
Controleer de vuldruk op het display of via de manome-
ter.
9.
Vul evt. nog eens water bij.
10. Sluit de vulkraan.
4.9
Functies van het product uitschakelen
4.9.1
CV-functie uitschakelen (zomermodus)
Voorwaarde: Geen thermostaat aangesloten
▶
Druk op
( ).
◁
Op het display verschijnt de waarde van de CV-aan-
voertemperatuur.
▶
Zet met behulp van de draaiknop de CV-aanvoertempe-
ratuur op off.
▶
Druk op
om de instelling te bevestigen.
◁
De CV-functie is uitgeschakeld.
◁
Op het display verschijnt het symbool
◁
De vorstbeschermingsfunctie van het product blijft
actief.
4.9.2
Statuscodes oproepen
▶
Druk tegelijk op
en
◁
Het menu wordt opgeroepen.
◁
Op het display wordt de actuele bedrijfstoestand (sta-
tuscode) weergegeven.
Bedrijf 4
.
.
7