Bedieningspaneel
1. Power
2. Modusinstelling
3. Indicator modusinstelling
4. Slaapmodus
5. Omlaag
6. Oscillatie
Afstandsbediening
Speed =
Ventilatorstand instellen
Up
=
Omhoog (temperatuur +/ timer +)
Down =
Omlaag (temperatuur -/ timer -)
Cool
=
Koelmodus
Dry
=
Ontvochtigingsmodus
Fan
=
Ventilatormodus
Heat
=
Verwarmingsmodus
Sleep =
Slaapmodus
°C / °F =
Temperatuurweergave kiezen tussen °C en °F
Timer =
Timermodus
Power =
Apparaat aan- /uitschakelen
Beschrijving van de functies
1. Aan- en uitschakelen
Druk op de knop "POWER" om het apparaat in te schakelen.
-
Het apparaat start bij het inschakelen automatisch in de ventilatormodus. („Fan"- indicator voor
-
ventilatorsnelheid gaat branden)
Druk op de MODE-knop om de gewenste functie te kiezen.
-
Druk nogmaals op de POWER-knop om het apparaat uit te schakelen.
-
2. Functies
Het apparaat beschikt over vier hoofdfuncties: koelen, ventilatie, verwarmen en luchtontvochtiging. De
-
afzonderlijke functies kunnen via de Mode-toets worden ingesteld.
Voor de ingebruikname in de nacht adviseren wij u om het apparaat in de slaapmodus te gebruiken.
-
2.1 Koelmodus
Druk zo vaak op de MODE-knop tot de "Cool"-indicator gaat branden.
-
Druk op de Omhoog- / omlaagknop, om de temperatuur in te stellen. De temperatuur kan ingesteld
-
worden tussen 16℃ en 32℃.
Druk zo vaak op de ventilatorsnelheid-knop tot de gewenste weergave gaat branden.
-
Druk op de oscillatieknop om de automatische verticale bewegingen van de lamellen te activeren of te
-
deactiveren.
7. Ventilatorsnelheid
8. Indicator voor wifi
9. Timer
10. Omhoog
11. Display-weergave