■
Beschikbare typen in elke modus
(○: beschikbaar, –: niet beschikbaar,
∗
○
○
1
○
–
–
○
–
○
○
○
∗
1
Stel in op
,
• De flitser is niet te gebruiken bij het filmen of in de scènemodi
,
, en
■
Het beschikbare flitsbereik wanneer de instelling [Gevoeligheid] [AUTO] is
Max. W (groothoek)
Max. T (tele)
■
Sluitertijd voor elke flitsmodus
∗
2
Afhankelijk van de instelling voor [Korte sluitert.].
∗
3
Wanneer [Korte sluitert.] staat ingesteld op [AUTO] en er wordt beweging waargenomen wanneer
[Stabilisatie] wordt ingesteld op [ON], is de maximale sluitertijd 1/4 seconde. Varieert tevens in de
modus [Intelligent auto] en diverse scènemodi, enz.
○
○
○
○
○
○
○
○
○
–
–
–
○
○
○
,
of
afhankelijk van het onderwerp en de helderheid.
.
Ongeveer 0,6 m – 6,4 m
Ongeveer 1,0 m – 3,3 m
1/60 ∗
- 1/2000
2
1 ∗
∗
- 1/2000
2
3
Foto's opnemen met een flitser
: standaardinstelling)
[Scènemode]
○
○
–
–
–
–
○
–
○
–
○
–
○
○
○
- 67 -
○
○
○
○
–
–
○
○
○
–
–
–
○
○
○
,
,
,
○
–
○
–
○
,
,