Inhoudsopgave
Advertenties
Technische handleiding
3. Kenmerken en functies
3.1 Drukregeling:
De primaire functie van de
drukcontrolestrategie van de DCO bestaat erin
de systeemdruk tussen de ingestelde waarde
'Hoge druk' (PH - afstelbaar) en de ingestelde
waarde 'Lage druk' (PL - afstelbaar) te houden.
De DCO berekent een 'Doel'-drukniveau (PT),
het middelpunt tussen de twee ingestelde
waarden, dat wordt gebruikt als nominaal
'doel'-drukniveau voor het systeem.
a
b
Als de systeemdruk toeneemt tot de ingestelde
waarde Hoge druk (a) wordt een compressor
gelost. De druk mag afnemen tot de ingestelde
waarde Lage druk (b) voor een compressor
weer wordt geladen om productiecapaciteit toe
te voegen en de druk te doen toenemen. Dit
proces gaat door volgens een constante vraag
naar lucht in een continu stabiele cyclus.
Als de vraag naar lucht abrupt of aanzienlijk
toeneemt, en de productiecapaciteit van de
compressor die geladen is op het ingestelde
punt Lage druk (b) onvoldoende is, blijft de
druk afnemen met een verminderd tempo.
De DCO compenseert dit door een bijkomende
compressor te laden.
Het tijdstip waarop de bijkomende compressor
wordt geladen (c), wordt dynamisch berekend
en wordt bepaald door de snelheid van de
drukafname (de dringendheid of tijdslimiet) en
de toegestane afwijking van de systeemdruk
(de 'tolerantie') van de normale
controlelimieten.
Pagina 4
Dezelfde methode wordt omgekeerd
geïmplementeerd (boven de ingestelde
waarde Hoge druk) als er een abrupte of
aanzienlijke afname in de luchtvraag wordt
vastgesteld.
De snelheid van de drukverandering en de
PH
stabiliteit van de drukregeling wordt in grote
PT
mate bepaald door het systeemvolume en de
PL
schaal, en/of de abruptheid, van de
schommelingen in de vraag naar lucht. Deze
kenmerken verschillen per installatie. Om zich
aan te passen aan variaties in de
installatiekenmerken, is het 'Tolerantie'-
drukniveau (TO) en een invloed op de
dynamische reactietijd of tempering (DA) op de
DCO afstelbaar.
3.2 Tolerantie:
Tolerantie is een drukpeil boven en onder de
ingestelde controleniveaus van de druk die een
buitengewoon geval van abrupte en/of
aanzienlijke toe- of afname in de vraag
opvangt zonder afbreuk te doen aan de
optimale controle.
Tolerantie (TO) wordt uitgedrukt als een druk
die de breedte van het tolerantie-'peil' bepaalt.
Bijvoorbeeld: een tolerantie-instelling van 3 psi
(0,2 bar) betekent dat DCO een geschikte
optimale reactie implementeert bij afwijking
van de druk van 3 psi onder het ingestelde PL-
drukniveau. Als de druk verder afwijkt van de
tolerantielimiet, dan zal de DCO
verhoudingsgewijs een noodreactie doen
toenemen tot de druk is teruggekeerd tot op
het normale niveau.
a
b
c
TO
TO
PH
PT
PL
PH + TO
PH
PT
PL
PL - TO
Advertenties
Inhoudsopgave
