Technische handleiding
7. WERKING
7.1 Gebruikersinterface
Scherm:
Systeemdruk
Compressorsequentie
DCO gestart; AAN
DCO in werking; actief
Toetsenbord:
Start
Stop
Reset
OMHOOG (optellen)
OMLAAG (aftellen)
Enter
7.2 Compressoridentificatie
Elke compressor die op de DCO is
aangesloten, heeft een uniek toegewezen
identificatienummer. Het nummer begint bij
compressor 1 (C1) en neemt opeenvolgend
toe tot het aantal compressoren dat op de
DCO is aangesloten.
DCO
1
2
3
Pagina 22
T M
4
7.3 Compressorsequentie:
C1
C2
C3 C4
De toewijzing van de compressorsequentie
wordt aangegeven met letters:
A = Dienst
B = Eerste stand-by
C = Tweede stand-by
D = Derde stand-by
De eerste letter in de sequentie is de dienst-
toewijzing voor compressor 1 (voorbeeld:
C1=A) en de tweede letter voor compressor 2
(voorbeeld: C2=B).
Het aantal letters geeft het aantal
compressoren in het systeem aan.
De toewijzing wijzigt bij elke sequentiewijziging
(rotatie) of wanneer een handmatige rotatie
wordt uitgevoerd.
7.4 Compressorstatus:
De sequentieletter geeft ook de
compressorstatus aan :
streepje
knipperend
constant aan Met lading
7.5 Metacentre DCO-status:
Stand-by
Gestart maar niet actief
In werking, actief
Alarm, storing
7.6 Handmatige sequentiedraaiing:
De sequentietoewijzing kan altijd
handmatig worden gedraaid. Hou de ENTER-
knop gedurende 5 seconden ingedrukt.
Alarm, niet beschikbaar
Geen lading