4.6 Alarm-/werkingsingang
In een luchtcompressor komen levens-
gevaarlijke spanningen voor. Isoleer de
voeding van de luchtcompressor voor u met
een werk begint.
De 'mi-PCB' is uitgerust met een tweepolige
terminal (pinnen 7 en 8) voor de bewaking van
de compressor.
8 7
Als pinnen 7 en 8 verbonden zijn (gesloten
kring), geeft de Metacentre DCO aan dat de
overeenkomstige compressor OK is. Als de
verbinding verbroken is (open kring), geeft de
Metacentre DCO een alarmtoestand aan
(functie afhankelijk van de geselecteerde
ingangsoptie) en wordt het gebruik van de
compressor stopgezet.
7
8
De alarm-/werkingsingang moet worden
geschakeld met behulp van een
'spanningsvrij' schakelcontact. Verbind
een spanningsbron nooit met de ingang.
Voor elke compressor kan de Metacentre
DCO gebruik maken van 3 bewakingsopties:
A) Geen bewaking
B) Alarm
C) Alarm en werking
4.6.1
Optie 'A' – Geen bewaking
Verbind een koppeldraad (1)
1
tussen de terminalpinnen 7 en 8.
De Metacentre DCO detecteert de
compressor continu als klaar en
beschikbaar voor gebruik zoals
gewenst, ongeacht de effectieve
8 7
compressorstatus.
8 7
7
8
4.6.2
Optie 'B' – Alarm
Metacentre DCO; menu 3
Stel de 'Alarmingangsoptie' voor de compressor in op '0'
1
8 7
Voor een compressor die uitgerust is met een
'spanningsvrij' alarmcontact (1) worden de 'mi-
PCB' terminals 7 en 8 verbonden met
alarmcontacten die een 'gesloten kring'
vormen als de compressor klaar is en
beschikbaar om automatisch te reageren op
een laadcommando.
De Metacentre DCO bewaakt de alarmingang
continu en detecteert een alarmtoestand
ongeacht de status van het laadcommando.
De alarmcontacten van de compressor
moeten altijd gesloten blijven als de
compressor klaar en beschikbaar en/of in
werking is.
ES
F
T1
+V
1
0V
2
Voor een compressor zonder 'spanningsvrije'
alarmcontacten kan een relais (niet
meegeleverd, afzonderlijk verkrijgbaar)
worden geïnstalleerd in de regelkring van de
compressor. De relaiscontacten moeten in
'gesloten kring' staan als de compressor klaar
en beschikbaar is en/of reeds in werking is.
Voor een compressor zonder beschikbare of
toegankelijke alarmkring is het aan te bevelen
dat het relais (2) wordt verbonden met een
gedeelte van de kring die wordt gedeactiveerd
als de noodstop wordt geactiveerd (1).
De spoel van het relais (2) moet worden
gekozen overeenkomstig de spanning van de
compressorregelkring. De contacten van het
relais moeten minstens geschikt zijn voor
24Vac/dc bij 0,2A.
Metacentre DCO
7
8
Pagina 11