• Sluit de kabel alleen op wisselstroom aan. Let op de spanningsgegevens
op het apparaat.
• Gebruik geen beschadigde verlengkabels.
• De netkabel mag niet over scherpe kanten heen worden getrokken of wor-
den vastgeklemd.
• De stekker mag nooit aan de netkabel of met natte handen uit de contact-
doos worden getrokken.
• Dit apparaat mag niet bij een ligbad, een douche of een zwembad worden
gebruikt (minimumafstand van 3 m aanhouden). Plaats het apparaat zo dat
personen het apparaat vanaf de rand van het ligbad niet kunnen aanraken
• Plaats het apparaat niet in de buurt van een warmtebron. De netkabel
mag niet aan rechtstreekse hittewerking (bijv. heet fornuisplaat, open
vlammen, hete strijkzool of kachel) worden blootgesteld, netkabel tegen
olie beschermen.
• Let erop dat het apparaat bij het gebruik een goede stabiliteit heeft en
men niet over de netkabel kan struikelen.
• Het apparaat is niet tegen spattend water beschermd.
• Uitsluitend voor gebruik binnenshuis.
• Het apparaat niet buitenshuis opbergen.
• Het apparaat op een droge en voor kinderen niet toegankelijke plaats be-
waren (inpakken).
• Als de netkabel beschadigd is, dient deze door de fabrikant of een door de
fabricant goedgekeurd servicebedrijf of soortgelijk gekwalificeerd perso-
neel te worden vervangen om gevaarlijke situaties te voorkomen.
• Vóór willekeurig onderhoud of reiniging en na elk gebruik, dient u het ap-
paraat uit te schakelen en de voedingskabel uit het stopcontact te halen.
Ingebruikname / bediening
1. Plaats Robert op de gewenste plek op een platte bodem. Sluit de net-
adapter (3) op het apparaat aan en steek de adapter in een geschikt
stopcontact.
2. Verwijder de watertank (5) door het bij het hendel vast te houden en
voorzichtig terug te trekken. Schroef het deksel (6) van de watertank los
en vul de watertank met schoon, koud kraanwater. Schroef vervolgens
het deksel terug op de watertank. Plaats de watertank op de waterlade
(2). De waterlade vult nu geleidelijk aan met water uit de watertank.
Belangrijk: transporteer Robert niet zolang hij met water gevuld is. Het
water kan overlopen.
3. Druk op de Aan/Uitschakelaar (4) om Robert in te schakelen. De actu-
ele, relatieve vochtigheid staat op de display weergegeven in % («Air
Humidity»). De «No Water» indicator (14) brandt wanneer het apparaat
onvoldoende water bevat. Het snelheidsniveau staat ingesteld op de
laagste snelheid en de gewenste luchtvochtigheid is ingesteld op con-
tinue werking.
4. Als de bewegingssensor voor 10 seconden geen enkele beweging waar-
neemt, schakelt de verlichting van de toetsen en symbooltjes uit (alleen
de actuele, relatieve vochtigheid «Air Humidity» zal worden weergege-
ven in %). Activeer de toetsen door uw hand over de display (9) te be-
wegen. U kunt de display ook activeren door het onderste gedeelte met
uw hand aan te raken.
5. Als er geen modus is ingesteld, kan de gewenste luchtvochtigheid wor-
den aangepast (tussen 35 – 65 % en continue werking «CO»): Druk op de
toets «Air Humidity». De display zal knipperen. U kunt nu de gewenste
luchtvochtigheid instellen in stappen van 5 % door meerdere keren op de
toets «Air Humidity» te drukken (de display zal knipperen terwijl de in-
stellingen worden aangepast). De geselecteerde waarde wordt opgesla-
gen wanneer voor ca. 10 seconden geen verdere instellingen verandert.
De display wisselt op de actuele, gemeten luchtvochtigheid.
Info: Zodra de gewenste luchtvochtigheid is bereikt, stopt het apparaat
en begint de display te knipperen. De actuele luchtvochtigheid wordt
vervolgens ca. elke 30 minuten gemeten (de ventilator draait voor 1–2
minuten). Mocht de gemeten, actuele luchtvochtigheid tot onder de in-
gestelde waarde vallen, dan begint het apparaat weer met bevochtiging.
6. De prestatie van de bevochtiging hangt af van de ventilatorsnelheid. Als
er geen specifieke modus is ingesteld, dan kunt u het snelheidsniveau
aanpassen: Druk op de toets «Speed» (activeer indien noodzakelijk eerst
de dispay met een handbeweging). De display zal knipperen. Selecteer
nu snelheidsniveau 1, 2, 3 of 4 (Turbo) door meerdere keren op de toets
«Speed» te drukken. De niveaus worden weergegeven d.m.v. horizontale
balkjes (bijv. 1 balkje = niveau 1).
7. Robert is uitgerust met 3 verschillende voorgeprogrammeerde modi:
«Auto Mode», «Night Mode» en «Clean Mode». Druk op de toets «Mode»
(activeer indien noodzakelijk eerst de dispay met een handbeweging).
De display zal knipperen. Selecteer de gewenste modus door meerdere
keren op de toets «Mode» te drukken:
– «Auto Mode»: Robert houdt de luchtvochtigheidsgraad automatisch
op 45 %. Hoe lager de actuele luchtvochtigheidsgraad, hoe hoger het
snelheidsniveau van de ventilator automatisch wordt ingesteld (bijv.
lager dan 30 % = niveau 3, van 31 % tot 40 % = niveau 2, van 41 % tot
45 % = niveau 1).
– «Night Mode»: De displayverlichting wordt tot op minimum verlaagd
en de ventilatorsnelheid wordt ingesteld op niveau 1. De gewenste
luchtvochtigheidsgraad en ventilatorsnelheid kunnen handmatig wor-
den aangepast.
– «Clean Mode»: Deze modus wordt gebruikt om het apparaat te reini-
gen en ontkalken. De verdamperschijven zullen nu draaien, maar de ven-
tilator is niet werkzaam. Er wordt dus geen lucht de kamer in geblazen.
Het apparaat zal na 20 minuten in reinigingsmodus stoppen en de «Clean
Mode» display begint te knipperen (zie hoofdstuk «Reiniging»).
8. U kunt Robert ook gebruiken om een aromatisch luchtje door de kamer
te verspreiden. Wij benadrukken dat aromatische luchtjes uiterst spaar-
zaam dienen te worden gebruikt, omdat een overmatige dosering tot
storingen in en beschadiging van het apparaat kan leiden. U kunt een
geur toevoegen door de watertank (5) te verwijderen en de aromacon-
tainer (15) uit het apparaat te trekken. Laat het geurtje direct op het
wattenschijfje in de aromacontainer druppelen. Voeg maximaal 1–2
geurdruppeltjes toe aan de aromacontainer.
Tip: U kunt van geurtje veranderen door de aromacontainer uit het appa-
raat te halen, het wattenschijfje te verwijderen en de container met wat
zeep te reinigen. U kunt vervolgens een nieuw wattenschijfje (commer-
cieel verkrijgbaar) insteken en de gewenste geurdruppeltjes toevoegen.
9. Zodra het symbooltje «No Water» (14) oplicht, moet het apparaat wor-
den bijgevuld met water. Verwijder hiervoor de watertank (5) en vul het