Toets
Positie
– Pitch +
BRAKE
REVERSE
SCRATCH
IN OUT Reloop
PGM
Wijzigingen voorbehouden.
Functie
De snelheid wijzigen en de functie PITCH BEND
De afspeelsnelheid wijzigen en tegelijk de toonhoogte (Eng.: Pitch)
1. Houd de toets Pitch ingedrukt tot deze oplicht. Hiermee is de regelaar PITCH (13) geactiveerd.
(Om te deactiveren* houdt u de toets opnieuw ingedrukt, tot hij uitgaat.)
2. Door kort op de toets Pitch te drukken, selecteert u het instelbereik: 16 %*, 8 %, 4 %. Het bereik
wordt heel even op het displayveld PITCH (H) weergegeven, daarna verschijnt in het veld de met
de regelaar PITCH ingestelde afwijking ten opzichte van de normale snelheid.
3. Wijzig de afspeelsnelheid met de regelaar PITCH.
PITCH BEND – het ritme van twee muziekfragmenten op elkaar afstemmen
Als op beide afspeeleenheden telkens een track met ongeveer dezelfde snelheid wordt afgespeeld,
18
kunt u het ritme van de tracks tijdelijk exact gelijk laten lopen. Zo wordt bij het mengen van twee
tracks het ritme tijdens het dansen niet onderbroken.
1. Pas eerst de snelheid aan van de track, waarmee moet worden gemengd, aan de snelheid van
de afgespeelde track.
2. Door de toets + of – ingedrukt te houden, speelt u de track kortstondig sneller of langzamer af
tot het ritme met dit van de geselecteerde track overeenstemt.
3. Ook kunt u de track door draaien met de draaiknop (14) sneller of langzamer afspelen. Hiervoor
moet de draaiknop via de toets (5) erboven in de functie PITCH BEND* geschakeld zijn (toets
licht blauw op).
Effecten genereren
Rem- en starteffect
6
Als het effect is ingeschakeld, wordt bij drukken op de toets
van een platenspeler gesimuleerd.
15
Achteruit afspelen
Scratcheffecten (simulatie van snel vooruit / achteruit draaien van een draaiende langspeelplaat)
5
Druk enkele keren op de toets tot deze afwisselend blauw-rood oplicht. Draai de knop (14) over-
eenkomstig vooruit en terug.
Loop afspelen
U kunt een fragment van een track als naadloze loop afspelen zo lang u wenst.
1. Als tijdens het afspelen het gewenste beginpunt van het fragment is bereikt, drukt u op de toets
IN.
1
De toets licht op en op het display verschijnt de melding
2. Als bij het verder afspelen het eindpunt van het fragment wordt bereikt, drukt u op de toets
OUT.
1
Het fragment tussen de punten wordt continu herhaald. De toetsen IN en OUT knipperen
en een extra displaybericht
19
3. Om de loop te verlaten en de track verder af te spelen, drukt u opnieuw op de toets OUT. De
loop blijft echter opgeslagen, wat door het displaybericht
IN en OUT aangegeven.
4. Om de loop opnieuw af te spelen, drukt u op de toets Reloop, of om een andere loop af te spe-
len, herhaalt u punten 1 en 2, of om een ander eindpunt te bepalen, drukt u op de toets OUT.
Bij bereiken van de volgende track of het selecteren van een andere, wordt de loop gewist.
1
Start- en eindpunt exact instellen: schakel bij zoeken van het punt in pauze en benader het punt nauwkeurig
met de draaiknop (14). Druk dan op de toets IN of OUT.
Eigen trackvolgorde samenstellen
Als er alleen geselecteerde tracks moeten worden afgespeeld, dan kunt u een reeks van max.
20 tracks programmeren.
1. Schakel met de toets
melding PROGRAM (N) verschijnt op het display, en de tekstregel (I) toont de eerste geheugen-
plaats
.
P-01
2. Selecteer de gewenste track met de draaiknop TRACK / FOLDER (9). Daarbij kunt u alleen het
tracknummer selecteren en geen map. Noteer het nummer eventueel vooraf bij het afspelen van
20
een track uit het veld TRACK (J).
3. Om op te slaan, drukt u op de toets PGM. De volgende geheugenplaats
4. Herhaal de bedieningsstappen 2 en 3 tot alle tracks van de reeks zijn opgeslagen.
5. Druk op de toets
naar elke titel van de track springen.
6. Om de reeks tracks te wissen en naar de normale afspeelmodus terug te keren, houdt u de toets
PGM ingedrukt tot het displaybericht PROGRAM verdwijnt.
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet be schermd eigendom van MONACOR
GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
verschijnt.
B
in pauze en schakel met de toets PGM de programmeermodus in: De
om de reeks tracks te starten. Met de draaiknop TRACK / FOLDER kunt u
*Na het inschakelen van de CD-230USB is deze instelling of functie geselecteerd.
het langzame starten of stoppen
(L).
A
en de continu oplichtende toetsen
A
wordt weergegeven.
P-02
®
INTERNATIONAL
23