Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Verswatersta-
Zie Verswaterstation 2.
1)
tion 3 ... 4
Verswatercon-
Configuratie van het verswaterstation veran-
figuratie
deren (De functies van de mogelijke verswa-
veranderen
tersystemen worden beschreven in de
technische documentatie van de module
MS 100.)
Max. warmwa-
60 ... 80 °C: maximale warmwatertempera-
tertemp.
tuur in gekozen boiler (afhankelijk van de in-
stelling op de cv-ketel).
Warm water
bijvoorbeeld 15 ... 60 °C (80 °C): gewenste
warmwatertemperatuur voor bedrijfsmodus
Warm water; het instelbereik hangt af van de
geïnstalleerde cv-ketel.
Warmwater
bijvoorbeeld 15 ... 45 ... 60 °C (80 °C): de
spaar
gewenste warmwatertemperatuur voor be-
drijfsmodus Warmwater spaar is uitsluitend
bij een geïnstalleerde boiler beschikbaar.
Het instelbereik hangt af van de geïnstalleer-
de cv-ketel.
Duur van het
0 ... 1 ... 30 min.: cv-bedrijf na warmwater-
warmhouden
bereiding geblokkeerd in minuten (alleen bij
combitoestellen).
Vertr.tijd turbi-
0,5 ... 4 s: vertragingstijd voor de detectie
nesign.
van een warmwaterkraan in seconden (al-
leen voor combitoestellen).
Inschakel-
bijv. – 20 ... – 5 ... – 3 K: wanneer de tem-
temp. verschil
peratuur in de boiler met het inschakeltem-
peratuurverschil lager is dan de gewenste
warmwatertemperatuur, wordt de boiler op-
gewarmd. Het instelbereik hangt af van de
ge-installeerde cv-ketel.
Uitschakel-
Bijv. – 20 ... – 5 ... – 3 K: als de warmwater-
temp. verschil
temperatuur bij de onderste temperatuur-
sensor van de stratificatieboiler lager is dan
de gewenste warmwatertemperatuur we-
gens de uitschakeltemperatuur, wordt de
warmwatertemperatuur niet verder opgela-
den (alleen bij gebruik van MS 200 als boi-
lerlaadmodule voor boilerlaadsysteem,
codeerschakelaar aan MS 200 op 7).
Boilerlaadopti-
Bij het laden van de boiler moet rekening
malisatie
worden gehouden met de restwarmte in de
warmtewisselaar (de brander kan dan eer-
der uitschakelen).
Aanvoertemp.
0 ... 40 K: verhoging van de door de cv-ketel
verhoging
gevraagde aanvoertemperatuur voor opwar-
ming van de boiler. De fabrieksinstelling
hangt af van de geïnstalleerde cv-ketel.
CR 400/CW 400/CW 800 – 6720894055 (2019/10)
Menupunt
Instelbereik: functiebeschrijving
Inschakelver-
0 ... 50 s: inschakelen van de brander voor
tr. ww
de warmwatervoorziening vertraagd met de
ingestelde tijd, omdat solarvoorverwarmd
water voor de warmtewisselaar beschikbaar
is ("solarthermie") en aan de warmtevraag
eventueel zonder branderbedrijf kan wor-
den voldaan.
Pompaanstu-
Type pompsturing voor het laden van de boi-
ring
ler (MLI/PWM | 0´... 10 V) (alleen bij
MS 200 met codering 7).
Min. pomptoe-
5 ... 100 %: minimale modulatie van de boi-
rental
lerlaadpomp (alleen bij MS 200 met
codering 7).
Toerental v.
5 ... 50 ... 100%: Minimale modulatie van de
kick sec.pmp
boilerlaadpomp bij pompimpuls (alleen bij
MS 200 met codering 7).
Start boiler-
Alleen bij warmwaterbereiding via een mo-
laadpomp
dule MM 100/MM 200 beschikbaar
Temperatuurafhankelijk: pas wanneer de
temperatuur in de evenwichtsfles hoger is
dan de temperatuur in de boiler, wordt bij
een boilerbelading de boilerlaadpomp inge-
schakeld (geen restwarmteafname uit de
boiler).
Direct: bij een boilerbelading wordt de boi-
lerlaadpomp onafhankelijk van de aanvoer-
temperatuur direct ingeschakeld.
Min. temp.ver-
0 ... 6 ... 10 K: temperatuurverschil tussen de
schil
evenwichtsfles en de boilertemperatuur bij de
start van de boilerlaadpomp (alleen beschik-
baar, wanneer in het menu Start boilerlaad-
pomp Temperatuurafhankelijkgekozen is).
Circulatie-
Ja: in een warmwatersysteem zijn circulatie-
pomp geïnst.
leidingen en een circulatiepomp voor warm
water geïnstalleerd (systeem I of II).
Nee: geen circulatie voor warm water geïn-
stalleerd.
Circulatie-
Aan: wanneer de circulatiepomp door de cv-
pomp
ketel wordt aangestuurd, moet de circulatie-
pomp hier ook worden geactiveerd. De fa-
brieksinstelling hangt af van de
geïnstalleerde cv-ketel.
Uit: de circulatiepomp kan niet door de cv-
ketel worden aangestuurd.
Circulatietijd
Nee | Ja: instelling of de circulatie via een
tijdprogramma aangestuurd moet worden.
25