Gebouwsoort
Wanneer de demping is geactiveerd, worden met het ge-
bouwtype de variaties van de buitentemperatuur gedempt.
Door de demping van de buitentemperatuur wordt met de ther-
mische inertie van de gebouwmassa bij de weersafhankelijke
regeling rekening gehouden.
Instelling
Functiebeschrijving
Zwaar (hoge
Type
opslagcapa-
Bijvoorbeeld bakstenen huis
citeit)
Gevolg
•
Sterke demping van de buitentemperatuur
•
Lange verhoging van de aanvoertempera-
tuur bij snelopwarmen
Gem. (mati-
Type
ge opslagca-
Bijvoorbeeld huis van holle bouwstenen
paciteit)
(basisinstelling)
Gevolg
•
Matige demping van de buitentemperatuur
•
Verhoging van de aanvoertemperatuur bij
snelopwarmen van gemiddelde duur
Licht (gerin-
Type
ge opslagca-
Bijvoorbeeld prefabwoning, houtskeletbouw,
paciteit)
vakwerk
Gevolg
•
Geringe demping van de buitentempera-
tuur
•
Korte verhoging van de aanvoertempera-
tuur bij snelopwarmen
Tabel 6
Instellingen voor het menupunt Gebouwtype
20°C
0°C
0 h
Afb. 15
Voorbeeld voor de gedempte buitentemperatuur
[1] Werkelijke buitentemperatuur
[2] Gedempte buitentemperatuur
14
12 h
24 h
0 010 008 067-001
In de basisinstellingen hebben veranderingen van de buiten-
temperatuur ten laatste na drie uur invloed op de berekening
van de weersafhankelijke regeling.
▶ Om de gedempte en de gemeten buitentemperatuur te con-
troleren: menu Diagnose > Monitorwaarden > Toestel /
brander openen (alleen actuele waarden).
▶ Om het buitentemperatuurverloop van de laatste 2 dagen
te bekijken: menu Info > Buitentemperatuur > Buiten-
temp.verloop
6.1.2 Menu ketelgegevens
Geef in dit menu de instellingen voor de warmteproducent in.
Meer informatie vindt u in de technische documenten van de
gebruikte cv-ketel en eventueel de module. Deze instellingen
zijn alleen beschikbaar, wanneer de installatie overeenkomstig
is opgebouwd en geconfigureerd (bijvoorbeeld in installaties
zonder cascademodule) en wanneer het gebruikte toesteltype
deze instelling ondersteunt.
Menupunt
Pompkarakte-
ristiek
Pompnadraai-
tijd
Pomplogica-
temperatuur
2
Pompschakel-
type
1
Pompnl. min.
verwv.
Pompnl. max.
verwv.
CR 400/CW 400/CW 800 – 6720894055 (2019/10)
Instelbereik: functiebeschrijving
Vermogen gestuurd: de cv-pomp of ketelcir-
cuitpomp wordt afhankelijk van het brander-
vermogen aangestuurd (geadviseerd voor
installatiehydraulica met evenwichtsfles).
Delta-P gestuurd stand 1 ... 6: de cv-pomp of
ketelcircuitpomp wordt afhankelijk van het
drukverschil aangestuurd (geadviseerd voor
installaties zonder evenwichtsfles).
24 h | 0 ... 3 ... 60 min.: pompnadraaitijd van
de ketelcircuitpomp nadat de brander is uit-
geschakeld, om de warmte uit de cv-ketel af
te voeren.
0 ... 47 ... 65 °C: onder deze temperatuur is
de pomp uit, om de cv-ketel tegen con-
densvorming te beschermen (alleen beschik-
baar bij condensatieketels).
Energie besparen: de pomp draait in een
energiebesparende modus
Warmtevraag: de pomp draait bij iedere
warmtevraag
(aanvoerstreeftemperatuur > 0 °C).
0 ... 100 %: pompvermogen bij minimaal ver-
warmingsvermogen (pompvermogen even-
redig met verwarmingsvermogen).
0 ... 100 %: pompvermogen bij maximaal
verwarmingsvermogen (pompvermogen
evenredig met verwarmingsvermogen).