Opmerking:
Laat de pomp niet drooglopen.
Opmerking:
Forceer nooit de aansluiting van leidingen op de pomp.
Plaatselijke regelingen
Ventileer de tank van een rioolwaterinstallatie volgens de plaatselijke
peilingvoorschriften.
Drukbeperking
De maximale werkdruk mag de waarde in de goedgekeurde performancecurve voor de
pomp niet overschrijden. Een gesloten klep of een verstopte leiding kan de druk snel
doen stijgen. Een motorbescherming of een overdrukventiel op de afvoerleiding wordt
altijd aanbevolen.
Opmerking:
Stel de pomp nooit in werking met een afgesloten afvoerleiding of gesloten afvoerklep.
Bevestigingsmiddelen
• Gebruik alleen bevestigingsmiddelen met de juiste afmetingen en van het juiste
materiaal.
• Vervang alle verroeste en beschadigde bevestigingsmiddelen.
• Zorg ervoor dat alle bevestigingsmiddelen goed zijn vastgezet en dat er geen
ontbreken.
4.1.1 De pomp installeren
Deze vereisten en instructies zijn alleen van toepassing als de installatie is verricht
conform de maattekening.
1. Geleid de kabel zodat deze geen scherpe bochten bevat. Zorg ervoor dat de kabel
niet doorprikt wordt en niet in de pompaanvoer kan worden gezogen.
2. Monteer de pomp conform de instructies voor het type pompinstallatie.
Indien van toepassing zijn de instructies voor installatie inbegrepen bij de
mechanische toebehoren.
3. Sluit de motorkabel en de starter en de bewakingsapparatuur aan conform de
afzonderlijke instructies.
4.1.1.1 F-installatie
F Vrijstaande semi-vaste natteput-opstelling waarbij de pomp op een stevig oppervlak is
geplaatst.
De pomp is bedoeld om volledig of deels in de gepompte vloeistof ondergedompeld te
pompen.
Flygt 3069 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
info@pompdirect.nl
Tel. 0294-457712
www.flygtpompen.nl
4 Installatie
17