48.3 Typeplaatje
Het typeplaatje met de aansluit- en vermogensgegevens bevindt zich aan de achterkant
van het apparaat.
49 Bediening en gebruik
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke aanwijzingen m.b.t. de bediening van het apparaat.
Neem de aanwijzingen in acht om gevaren en beschadigingen te voorkomen.
► Laat het apparaat niet onbeheerd achter tijdens het gebruik en trek de stekker uit het
stopcontact na gebruik. Dit voorkomt onnodig energieverbruik en waarborgt uw
veiligheid.
49.1 Bediening van het apparaat
49.1.1
Inschakelen
temperatuur.
Stel de weegschaal via de regelaar in:
MIN= laagste temperatuurniveau= warmhoudfunctie = warm houden
1-2 = Temperatuurbereik tot ca. 100°C.
3-4 = Temperatuurbereik tot ca. 200°C.
5
= Maximaal temperatuurbereik tot ca. 240°C = maximaal temperatuurbereik tot ca.
240°C
OFF = de verwarming is uitgeschakeld.
► Wees voorzichtig wanneer de schakelaar op "OFF" staat: de pan
kan nog lang zeer heet zijn.
Warmtestand
1 & 2
3 & 4
5
MIN
TIP
Zet eerst de temperatuurinstellingsschaal op "OFF" en
steek de automatische temperatuurregelaar stevig in de
aansluitbus "A".
Als de temperatuurregelaar niet goed is aangesloten,
kan er abnormale hitte optreden, wat kan leiden tot
verwondingen of schade aan het apparaat. Zorg ervoor
dat de temperatuurregelaar correct is aangesloten.
Steek de stekker vervolgens in een 230V-stopcontact.
Pas de temperatuurinstellingsschaal aan de
stroomtoevoer aan.
De temperatuursensor zorgt voor een constante
VOORZICHTIG
Gerecht
Roereieren, etc.
Pannenkoeken, etc.
Gebraden steak, vis, etc.
Warmhoudfunctie
Opmerking: de
vermelde temperaturen zijn die
van het braadoppervlak van de
pan tijdens het koken.
91