ONDERHOUD
Smeer de bewegende delen indien nodig met droge siliconenolie.
Controleer periodiek de slijtagestaat van de wielen en houd ze vrij
van sto en zand. Verzeker u ervan dat de kunststo delen, die over
de metalen buizen lopen, vrij zijn van sto, vuil en zand om wrij-
ving te voorkomen, die de goede werking van de wandelwagen
kan schaden.
Berg de wandelwagen op een droge plaats op.
ALGEMENE AANWIJZINGEN
OPENEN EN EERSTE MONTAGE VAN DE WANDELWAGEN
WAARSCHUWING: Let er bij deze handeling op dat het kind o
andere kinderen zich op een veilige astand bevinden.
WAARSCHUWING: Verzeker u er tijdens deze ase van dat de be-
wegende delen van de wandelwagen niet in aanraking komen met
het lichaam van het kind.
1. Pak de greep vast (Fig. 1) beet en trek de wandelwagen omhoog
tot de structuur helemaal openstaat (Fig. 1A).
WAARSCHUWING: Verzeker u er voor gebruik van dat de wandel-
wagen op de open stand vergrendeld is, door te controleren o het
mechanisme inderdaad geblokkeerd is.
2. Monteer de voorwielen door de wielpin in de daarvoor bedoelde
boring te duwen totdat het geblokkeerd is (Fig. 2). Druk op de
metalen pin achter elk wiel om ze te verwijderen (Ab. 2A)
WAARSCHUWING: Verzeker u er voor het gebruik van dat alle wie-
len goed zijn vastgezet.
3. Installeer de bumper bar door deze in de speciale houders op de
koppelingen van de wandelwagen te duwen (Fig. 3). Om de bar
te verwijderen, drukt u op de toetsen aan beide zijden (Fig. 3A).
WAARSCHUWING: Gebruik de bumper bar nooit om het product
met het kind erin op te tillen.
BOODSCHAPPENMAND
De boodschappenmand is al geïnstalleerd en kan niet worden ver-
wijderd.
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
De wandelwagen is uitgerust met een veiligheidssysteem met vij
verankeringspunten bestaande uit twee schouderbanden, twee a-
stelknoopsgaten, een buikgordel en een tussenbeenstuk met gesp.
4. WAARSCHUWING: Voor kinderen vana de geboorte tot onge-
veer 6 maanden moeten de schouderbanden worden gebruikt
door ze eerst door twee astellussen te halen (Fig. 4) en moet de
buikriem door de verticale lussen (Fig. 4A) worden gehaald.
De hoogte van de schouderbanden kan agesteld worden door ze
in de lussen op de rugleuning te verplaatsen.
5. Zet het kind in de wandelwagen, doe hem de veiligheidsgordels
om (ab. 5) en steek eerst de twee gesptongen (A) door de gesp
van de schouderbanden (B) en dan in de gesp van het tussen-
beenstuk (C); regel de hoogte van de schouderriemen zodanig
dat ze op de schouders van het kind rusten (g.5A).
Zorg ervoor dat de gordels altijd correct zijn vastgemaakt. Druk op
de zijtongen en trek eraan, om de gordel los te maken.
WAARSCHUWING: om de veiligheid van uw kind te garanderen
moeten de veiligheidsgordels altijd worden gebruikt.
Om te controleren o de gordels goed zijn bevestigd, trekt u hard
aan het uiteinde van de gordels als het kind in het stoeltje zit en
is vastgezet.
DE RUGLEUNING AFSTELLEN
De rugleuning kan in verschillende standen agesteld worden.
6. U kunt de rugleuning laten zakken met behulp van de achterste
astelling door op de knop te drukken en de rugleuning omlaag
te trekken (Fig. 6) tot u de gewenste stand heet bereikt. Om de
rugleuning omhoog te brengen, trekt u de riem omhoog (ab.
6A).
WAARSCHUWING: Met het gewicht van het kind kunnen deze
handelingen moeilijker zijn.
ACHTERSTE REMMEN
De achterwielen zijn uitgerust met dubbele remmen, waardoor met
de steunbuis tegelijkertijd op beide achterwielen wordt geremd.
7. Duw het pedaal in het midden omlaag om de wandelwagen a te
remmen (g. 7). Om het remsysteem te deblokkeren drukt u het
pedaal in de andere richting (Fig. 7A).
ZONNEKAP
De kap is reeds op de wandelwagen aangebracht.
8. Om de kap te openen en a te stellen gebruikt u het voorste
boogje (g. 8). U kunt het oppervlak van de kap vergroten door
de ritssluiting te openen (Fig. 8A-8B).
9. Als u de kap van de wandelwagen wilt verwijderen, maakt u de
clip los van de buis (Fig. 9), maakt u het achterste boogje los van
de plastic pinnen en verwijdert u de kap (Fig. 9A). Maak ten slotte
het klittenband aan beide zijden (Fig. 9B) en de twee knoppen
aan de achterkant (Fig. 9C) los. Om de kap weer te monteren,
voert u de hierboven beschreven handelingen in omgekeerde
volgorde uit, waarbij u de clip aan het gewricht van de greep
vastmaak (Fig. 9D).
VERSTELBARE VOETENSTEUN
De voetensteun kan in 2 standen gebruikt worden.
10. Om de voetensteun in horizontale positie te gebruiken, schuit u
de metalen steun naar voren (Fig. 10-10A). Om de voetensteun
te laten zakken, plaatst u de metalen steun in de oorspronkelijke
stand.
DE BEKLEDING VAN DE WANDELWAGEN NEMEN EN AAN-
BRENGEN
11. DE STOF VAN HET ZITJE VERWIJDEREN
Verwijder de kap zoals beschreven in paragraa 8-9.
Verwijder de bumper bar.
Maak het stelbeugeltje van de voetensteun los van de voorste
buizen en verwijder het beugeltje van de stoen zak. (Ab.11A en
Ab.11B)
WAARSCHUWING: Buiten het bereik van kinderen houden.
Maak de drukknop onder het zitje los. (ab.11C)
Verwijder de textielknoopsgaten van de plastic pinnen. (Ab.11D).
Doe hetzelde voor de knoopsgaten aan de onderkant van de rug-
leuning. (Ab.11E)
Verwijder de twee textielen appen van de rails op de twee zijbui-
zen. (Fig. 11F)
12. DE RUGLEUNING VERWIJDEREN
Verwijder de wattering van het tussenbeenstuk, indien aanwezig.
Verwijder de stelband van de rugleuning van de twee ringen op de
zijappen van de sto. (g. 12A)
Open de ritssluiting aan de bovenkant van de rugleuning en trek
het plastic paneel naar buiten. Zorg ervoor dat de zes banden aan
de zijkant en onderkant van de sto en het tussenbeenstuk correct
worden verwijderd (Ab. 12B en Ab. 12C)
13. HET PANEEL VAN DE RUGLEUNING WEER IN DE STOF STE-
KEN
Steek het plastic paneel volledig in de stoen zak en haal de banden
die aan het plastic paneel zijn vastgemaakt door de stoen knoops-
gaten. (Ab.13A en Ab.13B)
Sluit de ritssluiting aan de bovenkant van de rugleuning.
Haal het tussenbeenstuk uit het bijbehorende stoen knoopsgat op
het zitje. (ab.12C)
BEKLEDING VAN DE WANDELWAGEN AANBRENGEN
Breng de sto weer aan op de wandelwagen door de handelingen
beschreven in de paragraa "De sto van het zitje verwijderen" in
omgekeerde volgorde uit te voeren.
DE WANDELWAGEN DICHTKLAPPEN
WAARSCHUWING: Let er bij deze handeling op dat het kind en
eventuele andere kinderen zich op een veilige astand bevinden.
WAARSCHUWING: Verzeker u er tijdens deze ase van dat de be-
wegende delen van de wandelwagen niet in aanraking komen met
het lichaam van het kind.
WAARSCHUWING: Voordat u de wandelwagen sluit, controleert u
42