D
E HUIDIGE INSTELLINGEN CONTROLEREN
Door een configuratierapport (menuoverzicht) af te drukken,
kunt u controleren of de printer correct is geconfigureerd. Ga
hiervoor als volgt te werk:
1.
Zorg ervoor dat lade 1 A4-papier bevat (dit hebt u nodig
tijdens deze bewerking).
2.
Controleer of het LCD-scherm aangeeft dat de printer
gereed is voor afdrukken.
3.
Druk op pijl-omhoog of pijl-omlaag totdat Pagina's
afdrukken is gemarkeerd.
4.
Druk op Enter om Pagina's afdrukken te selecteren.
5.
Druk op pijl-omhoog of pijl-omlaag totdat Configuratie
is gemarkeerd.
6.
Druk op Enter om het menu Configuratie te selecteren.
7.
Druk op Enter om de opdracht uit te voeren en een
configuratierapport af te drukken.
8.
Wanneer het configuratierapport is afgedrukt, keert de
printer terug naar de toestand waarin afdruktaken kunnen
worden verwerkt.
9.
Aan de hand van dit rapport kunt u de printerconfiguratie
controleren. Boven aan de eerste pagina staan de
systeemwaarden en de geïnstalleerde accessoires,
gevolgd door de statuswaarden en instellingen.
I
NTERFACES EN AANSLUITING
De printer is voorzien van een aantal gegevensinterfaces:
>
Parallel – voor rechtstreekse aansluiting op een pc. Voor
deze poort is een bidirectionele parallelle kabel
(compatibel met IEEE 1284) vereist.
>
USB – voor aansluiting op een pc met Windows 98 of
hoger (niet Windows 95 met een upgrade naar Windows
98) of Macintosh. Voor deze poort is een USB 2.0-kabel of
hoger vereist.
Het kan voorkomen dat de printer niet functioneert
wanneer een USB-compatibel apparaat gelijktijdig met
andere USB-systemen is aangesloten.
C9800 MFP Gebruikershandleiding> 58