6.
AANLEGGEN VAN DE KOELSTOF-
LEIDING
Uitkiezen van de leidingen
• Gebruik het volgende type koelmiddelleiding.
Materiaal: Fosfor gedesoxideerde naadloze koperleiding
(C1220T-1/2H of C1220T-H)
Wanddikte van leiding: Product bestendig tegen 12,3 MPa
Voorbeelden voor wanddikte van leiding
Leidingformaat
Kwaliteit van materiaal
(buitendiameter)
φ 6,4
φ 9,5
φ 12,7
φ 15,9
• Gebruik leidingen met een schoon buiten- en binnenopperv-
lak en vrij van verontreinigingen zoals sulfiden, oxiden, stof,
splinters, olie, vet en vocht.
De kleefolie in het leidingsysteem mag niet meer bedragen
dan 30 mg per 10 m.
• Zorg dat de leidingwerkzaamheden binnen de maximaal
toegestane lengte, het toegestane hoogteverschil en de
toegestane lengte van een aftakking worden uitgevoerd,
zoals aangegeven in de volgende tabel.
• De koelmiddel-aftakkingskit die als optioneel accessoire wordt
verkocht, is vereist voor het maken van leidingaftakkingen.
Kies de kit uit overeenkomstig de volgende tabel voor de
selectiepunten voor koelmiddel-aftakkingskits.
〈Meer informatie voor de koelmiddelbuizen voor de buite-
nunit vindt u in de installatiehandleiding die aan de buite-
nunit is bevestigd.〉
〈Breng aan beide zijden van zowel de gas- als de vloeistof-
leidingen het isolatiemateriaal aan. Wanneer de leidingen
niet worden geïsoleerd kan dat leiden tot waterlekkage〉
(Gebruik geschikt isolatiemateriaal omdat bij gebruik van een
warmtepomp kan de temperatuur van de gasleiding oplopen tot
ongeveer 120°C.)
〈Breng ook extra isolatiemateriaal om de koelmiddelleiding aan
(minimaal 20 mm) in situaties waarbij de temperatuur om de
koelmiddelleidingen hoger kan worden dan 30 °C of de relatieve
vochtigheid hoger kan worden dan 80%. Op het oppervlak van
de isolatie kan anders condens worden gevormd.〉
〈Controleer, voordat de koelmiddelleidingen worden
aangesloten, welk type koelmiddel wordt gebruikt. Wan-
neer verschillende typen koelmiddel worden gebruikt zal
de installatie niet goed werken.〉
VOORZORGSMAATREGELEN
• Gebruik een pijpsnijder voor het type koelmiddel.
• Knijp de leiding dicht of plak deze af met tape om te
voorkomen dat vuil, vloeistof of stof de leiding kan bin-
nendringen.
• Voorkom dat lucht of andere stoffen dan het koelmiddel
in de koelmiddelleidingen terecht kunnen komen. Venti-
leer de ruimte onmiddellijk wanneer gasvormig koelmid-
del ontsnapt tijdens de installatiewerkzaamheden.
Nederlands
Papieren
installatiesjabloon
Schroef voor het
bevestigen van het
papieren installatiesjabloon
(6 stuks, accessoire)
(lengte : mm)
Minimale wanddikte
1/2H
0,8
1/2H
1,0
1/2H
1,3
1/2H
1,8
• De buitenunit is gevuld met koelmiddel.
• Controleer de leidingaansluiting op gaslekkage en isoleer de
verbinding vervolgens op de manier zoals is weergegeven in
de onderstaande afbeelding.
• Wikkel de isolatie alleen aan de gaszijde zodanig dat deze
past over de (bevestigde) afdichtmat.
• Ventileer de ruimte goed wanneer gas ontsnapt tijdens
de werkzaamheden.
• Verbinding van leidingen
Gebruik een natte doek zodat onderdeel A niet warmer
wordt dan 80°C wanneer de rij wordt geplaatst.
Binnenunit
Onderdeel A
• Breng, nadat u de verbinding heeft getest op gaslekkage,
zorgvuldig de warmte-isolatie van de verbinding aan volgens
de specificaties uit de volgende grafiek en breng deze aan op
de punten. (Zet de beide uiteinden vast met de klemmen
(accessoire).) (Zie Afb. 1)
• Wikkel de afdichtmat (accessoire) alleen om de isolatie voor
de verbindingen aan de gaszijde.
VOORZORGSMAATREGELEN
Isoleer alle ter plaatse gemonteerde leidingen helemaal tot
aan de leidingkoppeling binnenin het apparaat. Wanneer
iemand een niet-geïsoleerde leiding aanraakt kan deze een
brandwond oplopen of kan daardoor condens worden gev-
ormd op de leiding.
Klem
(× 4 accessoire)
Midden afdichtkussen
(accessoire)
Afb. 1
Niet meegeleverde
leidingen
Solderen
Leidingisolatie (accessoire)
(voor waterleidingen)
Waterbuis
Gasbuis
Leidingisolatie (accessoire)
(voor gasleidingen)
6