D -
INGEBRUIKNAME
Voor het kiezen van de werkingsmodus moet
een waarden van 1 tot 3 worden ingesteld en
de volgende procedure worden gevolgd.
• Druk 3 seconden op PROG, L0 knippert 1 keer
en L1 licht op.
• Druk 3 keer op "+", L4 licht op in plaats van L1.
• Druk op SET, het aantal opgelichte led's
geeft dan de reeds ingestelde werkingsmodus
aan (standaard modus 1).
• Om de werkingsmodus te wijzigen, gebruikt u
de knoppen "–" en "+" en valideert u vervolgens
met de knop SET.
Op het moment van bevestiging detecteert het
systeem of er fotocellen aanwezig zijn.
De modi 2 en 3 vereisen immers verplicht de
aanwezigheid van fotocellen om de doorgang te
beschermen bij automatisch sluiten (§5.5.1 van de
norm NF EN 12453).
Als de fotocellen niet zijn gedetecteerd terwijl
modus 2 of 3 was ingesteld, stelt het systeem
modus 1 opnieuw in en licht uitsluitend led L1 op.
• Als er geen fotocellen zijn aangesloten, valideert u
modus 1 door op SET te drukken.
• Als er fotocellen zijn aangesloten, maar niet
worden gedetecteerd, moet u controleren of ze
correct zijn aangesloten en uitgelijnd.
• Als er fotocellen zijn gedetecteerd en een
willekeurige modus is ingesteld, lichten alle led's
op en doven ze om de bediening te bevestigen.
Opmerking:
Ongeacht de modus registreert het systeem het
feit of de fotocellen al dan niet op de printplaat zijn
aangesloten.
Dankzij de aanwezigheid van fotocellen kan de
doorgang tijdens het sluiten van de poort worden
beschermd en kan worden verzekerd dat ze goed
werken. Bij elk begin van de sluiting voert het
systeem de procedure voor het detecteren van
fotocellen uit. (autotest fotocellen).
Als modus 1 (die standaard is ingesteld) de door de
gebruiker gewenste modus is, hoeft u niet absoluut
naar dit instellingenmenu gaan om modus 1 opnieuw
te valideren omdat de fotocellen al zijn gedetecteerd
gezien ze al waren aangesloten voordat u de kaart
onder spanning hebt gezet.
NL
30
TELESCOPISCHE MOTORISATIEKIT
2.7 - VERTRAGINGSTIJD
De vertragingstijd is de tijd dat de poort open blijft
voordat deze automatisch opnieuw wordt gesloten
(als de automatische sluiting is geactiveerd).
Om deze waarde in te stellen, volgt u de
onderstaande procedure
• Druk 3 seconden op PROG, L0 knippert 1 keer
en L1 licht op.
• Druk 4 keer op "+", L5 licht op in plaats van L1.
• Druk op SET, het aantal opgelichte led's
geeft dan de ingestelde waarde aan.
• Gebruik de knoppen "–" en "+" voor het wijzigen
van deze waarde (zie onderstaande tabel).
• Druk op SET om deze waarde te valideren,
alle led's lichten op en doven om de werking te
bevestigen.
Deze tijd is instelbaar van 15 seconden tot 90
seconden in stappen van 15 seconden en staat
standaard op 30 seconden.
Led
L0
L1
opgelicht
15
30
Real time
sec
sec
3 - GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
Bepaalde instellingen kunnen nodig zijn in geval
van problemen of bij een specifiek gebruik van de
elektronische kaart.
Er zijn dus twee extra menu's voor de
basisinstellingen.
3.1 - TOEGANG TOT GEAVANCEERDE
INSTELLINGEN (MENU 2)
Om toegang te krijgen tot de menu's volgt u de
onderstaande procedure
• Druk 3 seconden op PROG, L0 knippert 1 keer,
L1 licht op en u bent in het menu (eenvoudige
instellingen).
• Druk opnieuw gedurende 3 seconden op PROG,
L0 knippert 2 keer, L1 licht op en u bent in menu
(geavanceerde instellingen).
L2
L3
L4
L5
45
60
75
90
sec
sec
sec
sec