Inhoudsopgave
Advertenties
Flex-Auger – Gebruikershandleiding
Storingstabel
GEVAAR:
Schakel eerst de hoofdschakelaar uit. Zorg ervoor dat u persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt
(beschermende handschoenen, antislip veiligheidsschoenen, veiligheidsbril, stofmasker...).
OPGELET:
Acties in grijs moeten uitgevoerd worden door een vakman.
Probleem
Het transportsysteem
werkt niet.
Motor is overbelast na
kortstondig gebruik.
Motor draait, maar
spiraal draait niet.
Spiraal slijt gaten in
rechte stukken buis.
Bogen slijten door.
4
Mogelijke oorzaak
Geen voedingsspanning.
Defecte niveauschakelaar.
Defecte veiligheidsschakelaar in
controle-eenheid.
Defecte motor.
OPMERKING:
Stel de thermisch-magnetische beveiliging nooit hoger in dan de vermelde
waarde op het kenplaatje van de motor.
Verkeerde motor.
Te lage spanning: Motor draait te
langzaam en raakt overhit.
Vreemd voorwerp in de spiraal: Motor
draait en loopt dan vast.
Motor draait verkeerd: Motor
draait en loopt dan vast. Geen voer
getransporteerd.
Motor raakt overhit.
Gebroken bout of versleten stelschroef
in aandrijfas.
Geknikte of slecht gesoldeerde spiraal. Zie instructies.
Te lange of te korte spiraal.
Herstelling
1.
Controleer de zekeringen en/of stel de
stroomonderbrekers opnieuw in.
2.
Controleer de motorstarters en de stroomleiding
naar de stal.
3.
Vervang indien nodig.
1.
Controleer of de niveauschakelaar juist geplaatst
is.
2.
Zoek de oorzaak van de mogelijke voerophoping
in de controle-eenheid.
3.
Controleer de niveauschakelaar en vervang
indien nodig.
Controleer de veiligheidsschakelaar en vervang
indien nodig.
Vervang de motor.
1.
Controleer de voeding van de motor.
2.
Vervang de motor indien nodig.
1.
Controleer de spanning van de motor.
2.
Gebruik verbindingsdraden met de juiste
diameter.
GEVAAR:
Maak de spiraal voorzichtig los. Er kan
spanning op zitten.
1.
Trek de spiraal uit de buizen.
2.
Verwijder het voorwerp.
3.
Maak de spiraal en de buizen schoon.
4.
Controleer vetgehalte, vochtigheidsgraad, enz.
van het voer.
1.
Zet de stroom uit.
2.
Vervang de kabels. De motoras aan de
achterkant van de motor moet in wijzerzin
draaien.
3.
Controleer the spiraal op beschadiging.
Vervang de motor.
Vervang de bout of stelschroef.
1.
Pas de spiraallengte aan.
2.
Plaats indien nodig een overdrachtseenheid.
Roxell – 030 – 2323
Advertenties
Inhoudsopgave
