SILENT 12000H
de winterperiode warme lucht. Alvorens de
airconditioner in werking te stellen, nadat uw
voertuig lange tijd in de zon heeft gestaan,
doet u er goed aan om de deuren en de
ramen open te zetten om de warmte die
binnen is ontstaan te laten ontsnappen. Doe
zodra de binnentemperatuur hetzelfde niveau
als de buitentemperatuur heeft bereikt alle
ramen en deuren weer dicht en stel de
airconditioningsinstallatie in werking. Doe de
ramen en de deuren nu niet meer open, maar
doe dit alleen als het nodig is.
5.2 Controles vooraf
Alvorens de airconditioner aan te zetten moet
u enkele eenvoudige handelingen verrichten.
Controleer of de condensafvoeropeningen
niet
verstopt
zijn.
voedingsspanning
overeenstemmen met de gegevens die in de
vorige paragraaf staan vermeld.
•
Controleer
of
luchtcirculatie in de betreffende leidingen
en ventilatieopeningen kan belemmeren.
•
De ventilatieroosters aan de buitenkant
moeten altijd vrij zijn om ervoor te kunnen
zorgen
dat
de
airconditioner altijd uiterst doeltreffend is.
5.3 Bedieningspaneel (fig. 12)
Keuzeknop van de ventilatorsnelheid (fig.12
ref. 1). Bedieningsknop van de thermostaat
(fig.12 ref. 2). Aan/uit knop (fig. 12 ref. 3).
Menuknop (fig. 12 ref. 4). Display (fig. 12 ref.
5).
5.4 Het apparaat aanzetten
U kunt de airconditioner aanzetten door op de
aan/uit knop (fig. 12 ref. 3) te drukken.
Tezelfdertijd actief de vertoning.
LET OP
Op het moment dat u de
airconditioner aanzet heeft hij 3 minuten
nodig voordat hij de compressor start en
er koude lucht uit begint te komen.
Controleer
of
en
-frequentie
er
niets
is
dat
werking
van
NL
INFORMATIE
uitgerust met een omgevingsthermostaat
met een minimum werkingstemperatuur
van 16° C (+/- 1° C).Onder deze temperatuur
stelt de thermostaat de compressor niet in
werking waardoor het risico van de
vorming van ijs in de airconditioner
voorkomen wordt; de ventilatoren en de
verwarmingsfunctie blijven wel in werking.
de
de
de
11
De
airconditioner
is