ITEM
Netwerk
SNMP
Instellingen
(vervolg)
Netwerk
Schaal
Hub Link
instellingen
Fabrieks
instellingen?
Afdruk-
Printertaal
instellingen
Exemplaren
Duplex
Inbinden
Media-
controle
Resolutie
Tonerspaar-
stand
INSTELLINGEN
BESCHRIJVING
Enable
Hiermee schakelt u SNMP in of uit.
Disable
Inschakelen: SNMP is beschikbaar.
Uitschakelen: SNMP is niet beschikbaar.
TCP/IP of Netware moet zijn ingeschakeld.
Normaal
Wanneer Normaal is geselecteerd, kan het netwerk op
efficiënte wijze functioneren, zelfs wanneer het is
Klein
aangesloten op een HUB die een spanning tree-functie
heeft. De opstarttijd van de printer is echter langer
wanneer computers zijn verbonden met twee of drie
kleine LAN's.
Wanneer u Klein selecteert, kunnen computers zijn
aangesloten op twee of drie kleine LAN's of een groot
LAN, maar functioneren ze pas efficiënt als het netwerk
is aangesloten op een HUB die spanning tree-
voorzieningen biedt.
Auto Negotiate
Hiermee stelt u de methode voor verbinding met een
HUB in. Wanneer u Auto instelt, wordt de
100Base-TX Full
verbindingsmethode met de HUB automatisch
100Base-TX Half
geselecteerd.
10Base-T Full
10Base-T Half
Uitvoeren
Hiermee geeft u aan of de
standaardfabrieksinstellingen van het netwerk moeten
worden geïnitialiseerd.
Auto
Hiermee selecteert u een printertaal.
PostScript
PCL
IBM PPR
EPSON FX
1- 999
Hiermee selecteert u het standaardaantal exemplaren.
Aan/Uit
Hiermee geeft u de optie voor duplexafdrukken aan als
een duplexeenheid is geïnstalleerd en ingeschakeld.
Lange zijde
Hiermee geeft u inbinden op (als een duplexeenheid is
geïnstalleerd en ingeschakeld).
Korte zijde
Enable
Hiermee geeft u aan of de printer controleert of het
formaat van de afdrukgegevens overeenkomt met de
Disable
cassette. Alleen de standaardformaten worden
gecontroleerd.
600 dpi
Hiermee stelt u de standaardresolutie in.
600x1200dpi
600dpi multi-level.
Aan/Uit
Deze functie werkt alleen efficiënt als de ingevoerde
gegevens RGB-kleurgegevens zijn. Deze instelling is
geldig in PS en PCL, maar heeft in de volgende
gevallen geen effect.
(1) PS: als Kleuraanpassing uit staat.
(2) PS: als een andere instelling dan ASIC-
kleuraanpassing is geconfigureerd.
(3) PS: CMYK-gegevens wanneer de
Inktsimulatiemodus wordt gebruikt (geldt in alle
andere gevallen, behalve geval 1 en 2 hierboven,
zolang de gegevens RGB zijn).
(4) binaire PCL-gegevens (kleur/monochroom).
Menufuncties - C821 en C830 > 62