D
E INSTELLINGEN WIJZIGEN
Veel van deze instellingen kunnen worden overschreven en worden vaak ook overschreven
door de instellingen in de Windows-printerstuurprogramma's. In het stuurprogramma
kunnen echter diverse opties worden ingesteld op 'Printerinstelling'. Aan deze opties
worden vervolgens de waarden toegewezen die in deze printermenu's worden ingevoerd.
Waar van toepassing worden in de tabellen verderop in deze sectie de fabrieksinstellingen
vetgedrukt weergegeven.
In de normale werkstand, ook wel 'stand-by' genoemd, wordt op het LCD-scherm van de
printer 'ONLINE' weergegeven. Als u vanuit deze werkstand het menusysteem wilt openen,
drukt u op de toetsen +/– op het bedieningspaneel om door de lijst met menu's te bladeren
totdat het gewenste menu wordt weergegeven. Ga nu als volgt te werk:
1.
Druk op ENTER om het menu te openen.
2.
Gebruik de toetsen Menu omhoog en omlaag om door de items van het menu te
bladeren. Wanneer het item dat u wilt wijzigen wordt weergegeven, drukt u op
Enter om dat item te wijzigen. Naast de actieve instelling wordt een asterisk (*)
weergegeven.
3.
Gebruik de knop Menu omhoog of omlaag om door de beschikbare instellingen voor
dit item te bladeren en druk op Enter als de gewenste instelling wordt
weergegeven. Naast de instelling verschijnt een asterisk (*) die aangeeft dat de
instelling nu actief is.
4.
Druk op BACK om terug te gaan naar de lijst met menu-items.
5.
Voer een van de volgende handelingen uit:
>
Druk nogmaals op BACK om terug te gaan naar het overzicht van de menu's;
of...
>
Druk op ON LINE om het menusysteem af te sluiten en terug te gaan naar de
modus stand-by.
OPMERKING:
Wanneer u instellingen in het USB-menu hebt gewijzigd, zet u de printer UIT
en vervolgens weer AAN.
D
E INSTELLINGEN WIJZIGEN
U kunt elke categorie in het gebruikersmenu INSCHAKELEN of UITSCHAKELEN.
Uitgeschakelde categorieën worden niet weergegeven in het gebruikersmenu.
Alleen een systeembeheerder kan deze instellingen wijzigen.
1.
Schakel de printer uit.
2.
Schakel de printer in terwijl u op de knop Enter drukt.
Wanneer het Admin Menu (Beheermenu) wordt weergegeven, laat u de knop los.
3.
Druk op de knop Enter.
4.
Wanneer Wachtw. invoeren wordt weergegeven, drukt u meerdere keren op de
knop Menu omhoog of omlaag om de eerste regel van het wachtwoord weer te
geven en drukt u vervolgens op de knop Enter.
Geef uw wachtwoord op, dat uit vier tot negen alfanumerieke tekens kan
bestaan.
(Het standaardwachtwoord is "aaaaaa").
5.
Druk op de knop Enter.
-
GEBRUIKER
-
BEHEERDER
Menufuncties - C801 en C810 > 39