Foutopsporing
START
Let erop dat gas en elektriciteit
zijn ingeschakeld. Draai de
externe regelaars om warmte op
te vragen.
Brandt het LED status
lampje?
JA
Brandt de storingslamp?
NEE
Draait de
verbrandingsventilator?
CONTROLE: -
1. Bedradingsaansluitingen intact.
2. Warmtevraagsignaal is > 0,95VDC.
3. OT-aansluitingen zijn gekoppeld of OpenTherm-compatibele thermostaat is
aangesloten op warmtevraag.
4. Ontstekingsregelaar.
5. LED statuslamp knippercodes.
JA
Ontsteekt de brander
na een spoelperiode?
JA
Blijft de brander
na de stabilisatie
tijd branden?
2
JA
Pagina 2
Is de netvoeding
JA
NEE
naar de brander?
NEE
CONTROLE: -
1. Werking van een externe timer, thermostaat of bediening.
2. Externe stroomonderbreker of zekering.
3. Spanning is correct - zie tabel met technische gegevens.
4. Voedingscircuit intact.
Gaat de
storingslamp
uit nadat de
JA
schakelaar 3
seconden is
ingedrukt?
JA
Is er stroom naar de
NEE
JA
ventilator?
NEE
NEE
vonkt de brander?
JA
NEE
CONTROLE: -
1. Vonkbrug correct - zie hoofdstuk onderhoud.
2. Controle van ontstekingssondes / kabels op
beschadigingen.
3. Vonksonde de isolatie niet raakt.
4. Spanningstoevoer naar ontstekingstransformator
230VAC / 50Hz tijdens ontsteking.
5. Ontstekingstransformator.
NEE
Reznor, Photon, installatiehandleiding, NL 2023-05, D301336 Iss 4 Pagina nr 43 van 52
CONTROLEER: -
1. Spanning is correct - zie tabel met technische
gegevens.
2. Zekering ontstekingsregelaar.
3. Bedradingaansluitingen zijn intact.
4. Resetprintplaat met blokkering
5. LED-lampje.
6. Ontstekingsregelaar.
CONTROLE: -
1. LED statuslampje knippert codes.
2. LC3 veiligheidsthermostaat resetschakelaar.
3. LC1 veiligheidsthermostaat (10k weerstand).
NEE
4. Resetprintplaat met blokkering.
5. Ontstekingsregelaar.
6. Vlamvoelersonde.
7. Bedradingsaansluitingen intact.
CONTROLE: -
1. De voeding naar de ventilatoransluitiingen is 230VAC / 50Hz.
2. Bedradingsaansluitingen intact.
3. Ventilator, inclusief vrije beweging van het ventilatorwiel.
CONTROLE:-
1. Gastoevoer ingeschakeld / doorgeblazen.
2. Toevoerdruk.
3. Netvoeding naar gasklepplug 230VAC / 50Hz tijdens ontsteking.
4. Ontstekingsregelaar.
5. Gashendelpositie - zie tabel inbedrijfstellingsgegevens.
6. Correcte programmasleutel gemonteerd.
7. Gasklep.
8. Aardverbinding van het toestel intact.
9. Sondeleidingen aangesloten / intact.
10. Vlamsensorsonde schoon.
11. Sondes de isolatie niet raken.
12. Vlamsignaal (min. 1.0µA).
13. Luchtinlaat / rookgasafvoer voor verstoppingen.
CONTROLE: -
1. Warmtevraag nog steeds aanwezig.
2. Gastoevoer doorgeblazen.
3. Toevoerdruk.
4. Gashendelpositie - zie tabel inbedrijfstellingsgegevens.
5. Vlamvoelersonde gecorrodeerd.
6. Vlamsignaal (min. 1,0µA).
7. Vlamsensorsonde verbogen.
8. Aardverbinding van het toestel intact.
9. Sondeleidingen aangesloten / intact.
10. Ontstekingsregelaar.
11. Isolatie van de kamer intact.
Photon
Handleiding
Probleemoplossing
OPMERKING:
de
aanwezigheid
van een vlam
wordt
aangegeven
door een
brandend
groen lampje.
OPMERKING:
de
aanwezigheid
van een vlam
wordt
aangegeven
door een
brandend
groen lampje.
FF