Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gasomzetting; Controles Inbedrijfstelling - NGH Reznor PHOTON 10 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Model 120
Om de gasklep af te stellen, verwijdert u met een
platte schroevendraaier het grote ronde deksel op
de gasklep. Gebruik een 3 mm inbussleutel voor
de schroef op de venturi, draai tegen de klok in
om het %CO2 te verhogen. Draai met de klok
mee om het %CO2 te verlagen.
Als u offset wilt aanpassen, gebruikt u een T40
momentsleutel om de beschermkap op de gasklep
te verwijderen. Draai tegen de klok in om de druk
/ %CO2 te verlagen en draai met de klok mee om
de druk / %CO2 te verhogen. Plaats de kap weer
terug na de instelling. Er is geen drukuitlaatmeet-
punt op deze gasklep.
1
3
1 - Offsetinstelling
2 - Inlaatdrukmeetpunt
3 - CO2-afstelpunt (gaspedaal)
Figuur 8 Gasklepafstelling model 120

Gasomzetting

PHOTON luchtverhitters zijn ontworpen om te
werken op aardgastypes G20, G25 en G25.3.Om
aan te passen voor gebruik op een alternatieve
vermelde gassoort, volgt u de inbedrijfstellingsgids
en raadpleegt u de tabel Verbrandingsgegevens
voor een geschatte gasklepdraaiing vanaf de G20
opstelling.
Het gegevenslabel moet worden bijgewerkt na de
omzetting. Als u permanente inkt gebruikt, zet
u een "X" in het vakje boven de desbetreffende
gassoortkolom om de nieuwe gasinstelling aan te
geven. Verwijder alle eerdere aanduidingen.
Na voltooiing van de omzetting moet het verwar-
mingstoestel opnieuw in bedrijf worden gesteld.
2
Reznor, Photon, installatiehandleiding, NL 2023-05, D301336 Iss 4 Pagina nr 23 van 52
Raadpleeg het hoofdstuk over de inbedrijfstelling
voor meer informatie.

Controles inbedrijfstelling

Voor de inbedrijfstelling moeten een CO/CO2
rookgasanalysator met een onnauwkeurigheid <
0,1% en twee manometers worden gebruikt.
Voor het meten van de gasdruk wordt een resolu-
tie van 0,1 mbar of hoger aanbevolen.
Voor het meten van de offsetdruk is een manome-
ter met een klein bereik en een resolutie van 1 Pa
of hoger vereist.
Lees het hoofdstuk over het instellen
van de lucht-gasmengsel voordat u
verder gaat.
Tijdens de inbedrijfstelling moeten de waarden
voor %CO2, CO ppm en rookgastemperatuur van
het toestel worden vergeleken met die in de tabel
met verbrandingsgegevens.
1. Draai de schroef in het testpunt inlaatdruk van
de gasklep los en bevestig de manometer.
2. Start het toestel volgens de opstartprocedure.
3. Zorg ervoor dat de thermostaat is ingesteld op
een vraag voor maximale warmte (10V). Voor
een optimale regeling van het toestel tijdens
de inbedrijfstelling kunnen de 0-10VDC ther-
mostaatingangen worden vervangen door een
handmatig instelbare 0-10VDC generator die
op de branderklemmen 66 & 64 wordt aange-
sloten (zie aansluitschema).
4. Controleer de gastoevoerdruk aan de hand
van de waarden op het gegevensplaatje. Als
de gastoevoerdruk te laag is, schakel het toe-
stel dan uit en corrigeer.
5. Plaats de CO/CO2-analysatorsonde in het
rookkanaal. Let op de CO/CO2-metingen en
stel de gashendelschroef bij tot de nominale
%CO2-waarde bij hoge temperatuur +/-
0,1%CO2 is bereikt (zie Verbrandingsgegevens
voor details). Als de venturi is vervangen, kan
deze bij benadering worden ingesteld door de
gasklep volledig te sluiten en vervolgens een
vast aantal slagen te draaien, zoals aangege-
ven in de tabel met verbrandingsgegevens.
C

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave