De verbrandingsgassen van de
luchtverhitter moeten naar de
buitenzijde van het gebouw worden
afgevoerd.
Voor een veilige werking van
de luchtverhitter is een goed
I
gedimensioneerd rookkanaal vereist.
Een niet goed gedimensioneerd
rookkanaal kan leiden tot
onveilige omstandigheden en/of
condensvorming.
Als de rookgasafvoer niet op de
juiste wijze is uitgevoerd, kan dit
leiden tot de dood, ernstig letsel en/
of schade aan eigendommen.
Het is belangrijk dat er te allen tijde
voldoende luchttoevoer is voor
zowel verbranding als verwarming.
In moderne gebouwen wordt meer
gebruik gemaakt van isolatie,
verbeterde dampwerende lagen en
weerbestendige isolatie. Dit houdt
in dat gebouwen veel beter zijn
geïsoleerd dan in het verleden.
Een goede toevoer van
verbrandingslucht voor een
installatie van het type B met
mechanische ventilatie vereist
ventilatie van de verwarmde ruimte.
Natuurlijke luchtinfiltratie is niet
altijd voldoende. Het gebruik van
afzuigventilatoren verslechtert
deze situatie. Het is belangrijk
dat er te allen tijde voldoende
verbrandingslucht wordt toegevoerd.
Het is niet toegestaan om te
vertrouwen op deuren en ramen.
Zorg altijd voor een goede toevoer
van verse verbrandingslucht, die is
afgestemd op de totale installatie
van een verbrandingstoestel.
Het rookkanaal MOET worden
geïnstalleerd in overeenstemming
met de nationale en plaatselijke
voorschriften.
Pagina nr 14 van 52 Reznor, Photon, installatiehandleiding, NL 2023-05, D301336 Iss 4
Type B toestellen
Als de luchtverhitter wordt geïnstalleerd als een
type B toestel, zal de lucht voor de verbranding
worden aangezogen vanuit de ruimte waar de
luchtverhitter is geïnstalleerd.
Enkelwandige naadloze aluminium of roestvrij
stalen rookkanalen zijn vereist. Alle verbindingen
moeten worden afgedicht om te voorkomen dat
verbrandingsproducten in het gebouw lekken. Als
het rookkanaal door een brandbaar onderdeel van
het gebouw loopt, moet het worden omsloten
door een omhulling van onbrandbaar materiaal
en van die omhulling worden gescheiden door
een luchtonderbreking van minimaal 25 mm. De
temperatuur van brandbaar materiaal in de buurt
van het rookkanaal mag niet hoger zijn dan 65°C
wanneer het verwarmingstoestel in werking is.
Het rookkanaal moet zich op minstens 150 mm
afstand van brandbaar materiaal bevinden.
Enkelwandige rookkanalen die aan koude lucht
blootgesteld worden of door onverwarmde ruim-
tes lopen, moeten geïsoleerd worden. Wanneer
condensvorming onvermijdelijk is, moet u ervoor
zorgen dat het condenswater vrij kan wegvloeien
naar een punt waar het kan worden verwijderd,
d.w.z. een afvoer of goot. De condensafvoerbuis
van het rookkanaal moet bestaan uit niet-corrosief
materiaal met een diameter van ten minste 20
mm. Koper of koperlegeringen mogen niet wor-
den gebruikt voor condensafvoerbuis.
Verticale rookgasafvoerbuizen van meer dan 3 m
lang moeten worden voorzien van een condens-
afvoer tussen de rookgasuitlaat van het verwar-
mingstoestel en de verticale rookgasbuis. Als
alternatief kan een geïsoleerd rookkanaal worden
overwogen.
Horizontale rookgasafvoeren moeten met een
lichte helling van ongeveer 5° naar de terminal toe
worden geïnstalleerd. U moet rekening houden
met de mogelijkheid dat condensvorming van het
rookkanaal bevriest op de voetpaden die onder de
terminal lopen.
Het is belangrijk dat er te allen tijde voldoende
luchttoevoer is voor zowel verbranding als verwar-
ming.
Zorg ervoor dat de inlaatopening van de verbran-
dingslucht aan de achterzijde van het toestel niet
kan worden belemmerd.