• Rust:
voegt een rust (pauze) in van dezelfde duur als de voorafgaande
noot. De standaardduur van een rust is een kwartnoot (1/4). De rust wordt
aangeduid met het teken -.
• Octaaf:
stelt de octaaf in voor nieuwe noten. De octaaf wordt
weergegeven als een cijfer achter de noot (bijvoorbeeld e1).
• Pitch:
maakt de noot scherp (aangeduid door
bijvoorbeeld #f. Pitchselectie is niet beschikbaar voor de noten e en b.
4. De noten wijzigen:
• Met
en
links.
•
verwijdert een noot of rust links van de cursor.
5. Nadat u de toon hebt samengesteld, drukt u op
van de onderstaande functies en drukt u op
Afspelen: speelt de tonen af.
Opslaan: hiermee kunt u de toon een naam geven en onder aan de lijst met
beltonen toevoegen.
Tempo: hiermee kunt u het gewenste tempo voor de toon selecteren (in slagen
per minuut).
Scherm
wissen: verwijdert alle noten uit het scherm.
Afsluiten: hiermee kunt u het menu Composer afsluiten.
verplaatst u de cursor respectievelijk naar rechts of naar
©
Copyright
2003 Nokia. All rights reserved.
#
vóór de noot),
(Opties), gaat u naar een
(OK).
77