Nadat de doorschakeling bij bezet (*) is in- of uitgeschakeld:
bij een externe doorschakeling blijft de kiestoon constant, bij
een interne doorschakeling is de kiestoon onderbroken.
Bel daarom het doorgeschakelde nummer vanaf een andere
poort of vanaf een ander nummer, terwijl de betreffende poort
bezet is. Controleer of u wordt doorgeschakeld.
In tabel staan de codes waarmee u de doorschakelingen in en uit
kunt schakelen.
Tabel Doorschakelingen in/uitschakelen via poort t/m
Doorschakel-
Aan/uit
methode
Intern
Aan
doorschakelen
Uit
Extern
Aan
doorschakelen
Uit
Voorbeeld intern doorschakelen
>
U wilt de oproepen op poort doorschakelen naar poort .
Sluit uw toontoestel aan op poort en neem de hoorn op.
>
U hoort een kiestoon.
Druk op de flash-toets.
>
U hoort de kiestoon van de binnenlijn.
Toets in: ?21?2/.
>
U hoort een acceptatietoon.
Voorbeeld extern doorschakelen
>
U wilt de oproepen op poort direct doorschakelen naar het
externe telefoonnummer () .
Sluit uw toontoestel (TDK) aan op poort en neem de hoorn op.
>
U hoort een kiestoon.
Druk op de flash-toets.
>
U hoort de kiestoon van de binnenlijn.
Direct
Flash-toets, ?21?
(poortnr.)/
Flash-toets, /21/
Flash-toets, 0,
kiestoon, ?21?
(bestemmingsnr.) /
Flash-toets, 0,
kiestoon, /21/
Bij geen gehoor
Flash-toets, ?61?
(poortnr.)/
Flash-toets, /61/
Flash-toets, 0,
kiestoon, ?61?
(bestemmingsnr.) /
Flash-toets, 0,
kiestoon, /61/
Bij bezet
Flash-toets, ?67?
(poortnr.)/
Flash-toets, /67/
Flash-toets, 0,
kiestoon, ?67?
(bestemmingsnr.)/
Flash-toets, 0,
kiestoon, /67/