Toebehoren
12.5.2 Aanbevelingen met betrekking tot de kabels
De lengte en de kwaliteit van de kabel hebben invloed op de kwaliteit van de signalen. De volgende
aanwijzingen met betrekking tot de bekabeling in acht nemen om een goede kwaliteit van de
signalen te waarborgen.
Voor de windsensor hoeven slechts twee van de vier kabeladers te worden gebruikt.
De hieronder vermelde kabelgegevens hebben betrekking op een 4-aderige kabel. U kunt
ook een 2-aderige kabel met dezelfde eigenschappen gebruiken.
Buiten
Voor gebruik buiten een kabel met de volgende essentiële eigenschappen gebruiken.
• Doorsnede: min. 4 x 0,25 mm², min. 4 x AWG 24
• Buitendiameter kabel: min. 4 mm, max. 6 mm
• UV-bestendig
• De maximale kabellengte van 30 m mag niet worden overschreden.
Wij bevelen de volgende kabeltypes aan:
• Lappkabel: UNITRONIC S-LifY11Y 4 x 0,34 mm², bestelnr.: 7038 861
• Lappkabel conform UL: UNITRONIC S-LifY11Y 4 x 0,34 mm², bestelnr.: 7038 865
Binnen of in kabelkanaal
Indien de kabel voor gebruik buiten door een desbetreffend kabelkanaal tegen UV-straling is
beschermd, kunt u voor gebruik binnen ook een niet UV-bestendige kabel met de hierboven
genoemde essentiële eigenschappen gebruiken.
Wij bevelen de volgende kabeltypes aan:
• Lappkabel: Unitronic LiYY 4 x 0,25 mm², bestelnr.: 0028 304
• Lappkabel UL-conform: UNITRONIC LiYY UL/CSA 4 x AWG22/7, bestelnr.: 0022 604
• Helukabel: TRONIC LiYY 4 x 0,25 mm², bestelnr.: 18031
58
Sensorbox-INL084413
SMA Solar Technology AG
Installatieaanwijzing