Montage
4 Montage
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de Sunny SensorBox, de RS485 Power Injector en de
moduletemperatuursensor worden gemonteerd.
4.1 Montageplaats kiezen
4.1.1 Sunny SensorBox
Eisen aan de montageplaats van de Sunny SensorBox:
• De Sunny SensorBox is geschikt voor montage buiten (IP65).
• De omgevingstemperatuur moet tussen -25 °C en +70 °C liggen.
• Bij gebruik van de geïntegreerde instralingssensor moet de Sunny SensorBox in dezelfde
hellingshoek en met dezelfde richting als de PV-installatie worden gemonteerd om
meetresultaten te behalen die in relatie tot de opbrengst van de installatie kunnen worden
ingesteld.
• De montageplaats dient afhankelijk van de gebruikte sensoren gekozen te worden. Hierbij
dienen de maximale kabellengten van de sensoren in acht te worden genomen.
• Moduletemperatuursensor: geprefabriceerde kabellengte 2,5 m. De kabel mag niet verlengd
of ingekort worden.
• Omgevingstemperatuursensor: maximale kabellengte 30 m.
• Windsensor: geprefabriceerde kabellengte 3 m (de kabel mag ingekort of tot maximaal 30 m
verlengd worden).
• De maximale kabellengte van de laatste Sunny SensorBox tot de RS485 Power Injector
bedraagt 150 m.
• De maximale kabellengte van de totale RS485-communicatiebus bedraagt 1.200 m.
4.1.2 RS485 Power Injector
Eisen aan de montageplaats van de RS485 Power Injector:
• De RS485 Power Injector is uitsluitend geschikt voor montage binnen.
• In de nabijheid van een 230 V / 110 V-contactdoos (kabellengte van de voedingseenheid ca.
180 cm).
• De RS485 Power Injector tegen stof, vocht en agressieve stoffen beschermen.
• De omgevingstemperatuur moet tussen -20 °C en +65 °C liggen.
• De maximale kabellengte van de laatste Sunny SensorBox tot de RS485 Power Injector
bedraagt 150 m.
• De maximale kabellengte van de totale RS485-communicatiebus bedraagt 1.200 m.
12
Sensorbox-INL084413
SMA Solar Technology AG
Installatieaanwijzing