Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

SystemAir SAVE VTR 300/B Installatie- En Onderhoudshandleiding pagina 46

Accessoire
Verberg thumbnails Zie ook voor SAVE VTR 300/B:
Inhoudsopgave

Advertenties

42
| Accessoires
Belangrijk
Het change-oversysteem (verwarming/koeling) kan op verschillende manieren worden gebruikt en kan
voor elk huishouden anders zijn. De beschrijving geeft de meest gebruikte oplossing aan voor het aansluiten
en de regeling van de verwarming/koeling met een waterbatterij en warmtepomp.
• WH/WC — change-overbatterij
• FPT — vorstbeschermingssensor (optioneel)
• SAT – toevoerluchttemperatuursensor
• THS — thermostaat om te bepalen of de temperatuur
van de verwarming-/koelvloeistof in het systeem cor-
rect is (optioneel)
• HP — warmtepomp (of ander apparaat voor verwar-
men/koelen)
• CWP — waterpomp
• RL — relais
• 1 – Buitenlucht
• 2 – Toevoerlucht
• 3 – Retourlucht
• 4 – Afblaaslucht
Component/product – Artikelnummer:
• Kanaalsensor -30-70C (SAT) — 211524
• Oppervlaktesensor -30-150C (FPT) — 211523
• Relais 24V met aansluiting — 159484
• Transformator 24V — 202692
Installatie en aansluiting
1. Installeer een change-overbatterij in het kanaal. Installeer, indien nodig, een waterpomp. Het aan en uit zetten van
de waterpomp dient via een relais (RL) gedaan te worden. Sluit het relais aan op een vrije digitale uitgang en 24 V op
de printplaat. Sluit daarna de netvoeding en een waterpomp (CWP) op het relais aan.
2. Sluit dan een regelsignaaldraad (indien beschikbaar) van de warmtepomp (HP) op een vrije digitale uitgang en 24 V
op de printplaat aan.
3. Sluit de startsignaaldraden voor verwarming en koeling op vrije digitale uitgangen op de schakelkast aan. Er dient ge-
bruik gemaakt te worden van een relais (RL).
4. De vorstbeveiligingssensor (FPT) dient op CV-water retourleiding bevestigd te worden. Sluit de vorstbeschermings-
sensor (FPT) op een vrije analoge uitgang aan.
5. De interne toevoerluchttemperatuursensor (SAT, standaard aansluiting AI2 op de hoofdprintplaat) dient vervangen
te worden door een kanaaltemperatuursensor, die als een accessoire aangeschaft kan worden. Er dient een kanaal-
temperatuursensor geïnstalleerd te worden in het kanaal na de verwarmer/koeler. Sluit de kanaaltemperatuursensor
aan op de analoge ingang 2 (AI2) ter vervanging van de interne toevoerluchttemperatuursensor.
Let op:
Er kan een kanaaltemperatuursensor op de analoge ingangen 6–7 aangesloten worden voor een betere
toegang en deze te configureren als een toevoerluchttemperatuursensor. De interne
toevoerluchttemperatuursensor dient echter wel eerst in het bedieningspaneel gedeactiveerd te worden.
6. Er kan gebruik gemaakt worden van een thermostaat voor het verzenden van signalen (feedback over de change-
over) omtrent het medium (warm of koud) aanwezig in de pijp. Dit signaal kan ook rechtstreeks vanuit de warmte-
pomp verzonden worden als deze functie beschikbaar is. Indien er vraag is naar verwarming maar er alleen koud wa-
ter/koelvloeistof beschikbaar is - verwarming is gedeactiveerd.
Sluit een feedbackdraad voor de change-over (THS) aan op een vrije digitale uitgang en 24 V op de schakelkast.
| v1.1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave