Installatie en aansluiting
1. Installeer de waterverwarmer in het kanaal. Sluit de pij-
pen, 2/3–wegklep en schakelaar aan.
Belangrijk
Gebruik GEEN 24V DC netvoedingsuitgang
van de printplaat voor de schakelaar.
2. Sluit de schakelaar (S) op een vrije analoge uitgang
aan.
3. De vorstbeveiligingssensor (FPT) dient op CV-water retourleiding bevestigd te worden. Sluit de FPT-sensor op een
vrije analoge ingang aan.
4. De interne toevoerluchttemperatuursensor (SAT, standaard aansluiting AI2 op de hoofdprintplaat) dient vervangen
te worden door een kanaaltemperatuursensor, die als een accessoire aangeschaft kan worden. Na de waterverwar-
ming dient in het kanaal een kanaaltemperatuur-sensor te worden geïnstalleerd. Sluit de kanaaltemperatuursensor
aan op de analoge ingang 2 (AI2) ter vervanging van de interne toevoerluchttemperatuursensor.
Let op:
Er kan een kanaaltemperatuursensor op de analoge ingangen 6–7 aangesloten worden voor een betere
toegang en deze te configureren als een toevoerluchttemperatuursensor. De interne
toevoerluchttemperatuursensor dient echter wel eerst in het bedieningspaneel gedeactiveerd te worden.
Configuratie
1. Ga naar het menu Service
2. Voer het wachtwoord in (standaard 1111)
3. Activeer de schakelaar. Ga naar Onderdelen menu en selecteer Verwarmer menu en stel type in op Water. Selec-
teer het voltagetype van de schakelaar. Stel indien nodig instellingen in.
4. Configureer het regelsignaal voor de schakelaar. Ga naar Service menu. Selecteer Uitgang menu. Selecteer in het
volgende menu het ANALOOG tabblad. Selecteer de analoge uitgang waarop de regelbedrading van de schakelaar is
aangesloten. Voorbeeld: als deze op AO3 op de printplaat is aangesloten, selecteer dan ANALOGE UITGANG 3 en se-
lecteer Y1 Warmte in de uitgangstypelijst.
5. De vorstbeschermingssensor (FPT) configureren Ga terug naar Ingang menu. Selecteer ANALOOG tabblad. Selecteer
de analoge ingang waarop de vorstbeschermingssensor is aangesloten. Voorbeeld: als deze op AI6 is aangesloten,
selecteer dan ANALOGE INGANG 6 en selecteer vorstbeveiligingstemperatuursensor (FPT) in de
ingangstypelijst.
6. Aangezien een kanaaltemperatuursensor de interne toevoerluchttemperatuursensor vervangt, hoeft deze niet ge-
configureerd te worden.
Let op:
Er kan een kanaaltemperatuursensor op de analoge ingangen 6–7 aangesloten worden voor een betere
toegang en deze te configureren als een toevoerluchttemperatuursensor. De interne
toevoerluchttemperatuursensor dient echter wel eerst in het bedieningspaneel gedeactiveerd te worden.
7. De waterverwarmer en componenten zijn nu geconfigureerd.
5.3.4
Kanaalwaterkoeler
Om te kunnen koelen dient een kanaalwaterkoeler in het toevoerlucht-ka-
naal geïnstalleerd te worden om de woning/appartement van gekoelde lucht
te kunnen voorzien.
| v1.1
Fig. 11 Aansluitingen voor de waterverwarmer
Accessoires |
39