Alarmsignalen en limieten
Alarmsignalen en limieten
Model 7500FO heeft akoestische en visuele alarmindicators die de operator waarschuwen dat de
patiënt onmiddellijke aandacht vereist of dat er iets mis is met het apparaat.
De beoogde positie van de operator voor goed zicht van een visueel alarmsignaal en de prioriteit
ervan is 1 meter conform IEC 60601-1-8.
Alarmsignalen met hoge prioriteit
Alarmsignalen met hoge prioriteit vereisen onmiddellijke aandacht voor de patiënt. Ze omvatten
alarmmeldingen over SpO
, polsfrequentie en lage perfusie. Op model 7500FO worden
2
alarmsignalen met hoge prioriteit aangeduid door een snel knipperende, rode alarmbalk als de
alarmlimieten bereikt of overschreden worden. Daarnaast brandt in de pulssterkte-staafgrafiek een
rood segment om aan te geven dat de perfusie laag is.
Alarmsignalen met hoge prioriteit klinken als volgt: drie pieptonen, pauze, twee pieptonen en pauze
van 10 seconden.
Alarmsignalen met middelmatige prioriteit
Alarmsignalen met middelmatige prioriteit wijzen op mogelijke problemen met de apparatuur of
andere, niet-levensbedreigende situaties. Op model 7500FO worden alarmsignalen met
middelmatige prioriteit aangeduid door een langzaam knipperende gele alarmbalk.
Alarmsignalen van middelmatige prioriteit worden in het geel weergegeven op de alarmbalk en op
andere desbetreffende lampjes en/of displays, soms met weergave van een foutcode om de
gebruiker te helpen de oorzaak van de fout op te sporen.
Alarmsignalen van middelmatige prioriteit bestaan uit drie pieptonen en een pauze van
25 seconden.
Bewakingsalarmsignalen
Bewakingsalarmsignalen zijn luide, constant piepende signalen met twee toonhoogten die een
hardware- of softwarestoring aanduiden. Als een bewakingsalarm geactiveerd is, kunt u het stoppen
door model 7500FO uit te zetten. Verwijder de voeding en neem contact op met uw leverancier of
de klantenservice van Nonin als u een bewakingsalarm niet kunt stoppen.
Informatietonen
Informatietonen geven belangrijke informatie. Het zijn meestal enkele pieptonen of reeksen van drie
pieptonen. Informatietonen omvatten de opstart/initialisatietoon en de polsfrequentietoon (waarvan
de toonhoogte met de SpO
-waarden verandert: een hogere toonhoogte voor hogere SpO
en
2
2
lagere tonen voor een lagere SpO
).
2
21