Toets:
Material selection
(Materiaalkeuze)
Toets:
Photocell
(Belichter)
Scan position - SP
(Aftastpositie - AP)
Toets:
Label error length
(Foutlengte etiketten)
Synchronization
(Synchroniseren)
Toets:
Flip layout
(Opdruk spiegelen)
Toets:
Rotate layout
(Opdruk roteren)
Toets:
Alignment
(Opdruk uitlijnen)
Device Settings (Printerparameter)
Toetsenvolgorde:
,
Field handling
(Veldverwerking)
Toets:
Codepage
(Codepage)
Het te verwerken materiaal selecteren.
De te gebruiken belichter selecteren. De volgende mogelijkheden staan ter beschikking:
Doorlicht-fotocel normaal en doorlicht-fotocel invers.
Met behulp van deze functie kan de procentuele lengte van het etiket worden aangegeven, nadat
het etiketeinde is gezocht.
Melding van na hoeveel mm er bij een storing een melding in het display moet verschijnen.
Instelbereik: 1 ... 999 mm.
On (Aan): Indien een etiket op de drager ontbreekt, wordt een foutmelding getoond.
Off (Uit): Ontbrekende etiketten worden genegeerd, d.w.z.: er wordt in de spleet geprint.
De spiegelas bevindt zich in het midden van het etiket. Indien de etiketbreedte niet aan het
printsyteem werd gemeld, wordt de standaard etiketbereedte, d.w.z. de breedte van de
printerkop gebruikt. Daarom moet u erop letten, dat het etiket net zo breed is als de printkop,
anders kunnen er problemen bij het positioneren optreden.
Standaard wordt het etiket met de kop naar voren, onder een draaihoek van 0° afgedrukt. Wordt
deze functie geactiveerd, dan wordt het etiket over 180° gedraaid en in de leesrichting afgedrukt.
De uitlijning van het etiket gebeurt pas na het draaien/spiegelen, d.w.z. dar de uitrichting
onafhankelijk is van de draaiing en de spiegeling.
Left (Links): De etiket wordt aan de linkerrand van de printkop gepositioneerd.
Centre (Midden): De etiket wordt in het midden (gecentreerd) van de printkop gepositioneerd.
Right (Rechts): De etiket wordt aan de rechterkant van de printkop gepositioneerd.
,
,
Off (Uit): De inhoud van het afdrukgeheugen wordt volledig gewist.
Keep graphic (Behoud logo): Een afbeelding of een TrueType-lettertype wordt een keer naar
het printsysteem verstuurd en daar in het interne geheugen opgeslagen. Bij de volgende
afdrukopdracht worden daarna alleen de gewijzigde gegevens naar het printsysteem verstuurd.
Het voordeel van deze methode is dat de overdrachtsnelheid per lay-out toeneemt, omdat niet
steeds de hele afbeelding moet worden verstuurd.
Delete graphic (Delete grafische voorstelling): De afbeelding die resp. het TrueType-
lettertype dat in het interne geheugen van het printsysteem is opgeslagen, wordt gewist, terwijl
de overige velden in het geheugen blijven opgeslagen.
Restore graphic (Logo herstellen): Aan het eind van een printopdracht kan op de printmodule
de geprinte opdracht opnieuw worden gestart. Alle grafieken en TrueType-lettertypes worden
opnieuw geprint.
LET OP!
Uitzondering: Bij printen in verschillende breedtes moeten altijd volle banen
worden geprint (aantal altijd veel verschillende breedtes). Verwijderde breedtes
worden niet meer aangemaakt.
Opgave van de te gebruiken tekenset. Momenteel zijn de volgende tekensets beschikbaar:
Codepage 437, Codepage 850, Codepage 852, Codepage 857, Codepage 1250, Codepage
1251, Codepage 1252, Codepage 1253, Codepage 1254, Codepage 1257, WGL4.
De tabel bij de genoemde tekensets vindt u op onze homepage.
Nederlands
ILX
145