Hoofdfuncties
22
H o o f d f u n c t i e s
Sterkte
netwerksignaal
U kunt de sterkte
van uw
netwerksignaal
aflezen
aan
de
signaalsterkte-indicator (
)
op het scherm
van uw
telefoon. De
signaalsterkte
kan
vari ren,
met
name
als
u
zich in
een
gebouw
bevindt. Het kan
zijn
dat
u een
betere
ontvangst
hebt als
u
bij
een raam
staat.
Tekst
invoeren
U kunt alfanumerieke tekens invoeren
met
behulp
van
het toetsenbord.
Bijvoorbeeld
het
opslaan
van namen
in het
telefoonboek,
het
schrijven
van
berichten,
het
instellen
van een
persoonlijke begroeting.
Op
uw
telefoon kunt
u
tekst op de
volgende
manieren invoeren:
T9-invoermodus
In deze modus hoeft
u maar
een
keer op de
juiste
toets te
drukken
om een
letter in
te
geven. Onder
elke
toets
zitten meerdere letters. In T9 worden
uw
toetsaanslagen
automatisch
vergeleken
met
woorden in
een
ingebouwd
woordenboek,
waarin
wordt
gezocht
naar
overeenkomende woorden. U
kunt snel
en
eenvoudig
woorden
invoeren,
met
een
minimaal aantal
toetsaanslagen.
Dit wordt ook wel
de
voorspellende
invoermodus
genoemd.
ABC-invoermodus
In deze modus kunt
u
letters
ingeven
door de
toets
waar
de
gewenste
letter onder zit
een,
twee, drie of
vier keer kort in
te
drukken,
tot
de
gewenste
letter
op het scherm
verschijnt.
123-invoermodus
(numerieke modus)
U kunt
met
behulp
van
het toetsenbord
nummers
invoeren. Om de modus
te
wijzigen
van een
tekstmodus
naar
123 drukt
u
op de
toets
tot
op het scherm 123-modus wordt weergegeven.