De actieve koolstoffilters installeren
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat het instrument is
uitgeschakeld en dat het netsnoer uit het stopcontact
is gehaald voordat u begint.
1. Open de bovenste klep van het instrument.
2. Als de uitlaadeenheid met 12 posities is geïnstalleerd,
verwijdert u deze door hem bij het handvat in het
midden van het rek vast te pakken en omhoog te
tillen.
3. Open de filterafdekking door de haak omhoog te doen
die zich in het midden bovenop de filterafdekking
bevindt.
4. Laat de filterafdekking omlaag.
5. Verwijder
de
plastic
koolstoffilters.
6. Plaats de koolstoffilters horizontaal in de daarvoor
voorziene locatie (Afbeelding 2-G).
Afbeelding 2-G
7. Druk stevig op de filterafdekking om deze te sluiten
en de haak te vergrendelen.
LET OP: Het wordt aanbevolen om de koolstoffilters
periodiek te vervangen. Zie hoofdstuk 6, Onderhoud van
het instrument, voor het onderhoudsschema.
Herzien 08/08/2013
verpakking
van
beide
Uitlaadeenheid met 12 posities installeren
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat het instrument is
uitgeschakeld en dat het netsnoer uit het stopcontact
is gehaald voordat u begint.
1. Open de bovenste klep om de uitlaadzone zichtbaar
te maken.
2. Pak de uitlaadeenheid met 12-posities vast bij het
handvat (Afbeelding 2-H) dat zich in het midden van
de eenheid bevindt.
Afbeelding 2-H
3. Zoek de positieopening op het instrument en lijn deze
uit op de pin aan de onderkant van de uitlaadeenheid.
4. Laat de uitlaadeenheid met 12 posities omlaag tot
deze correct is geplaatst.
LET OP: De uitlaadeenheid met 12 posities is op maat
gemaakt om slechts op één manier te passen. Als de
eenheid niet correct past, til deze dan op en plaats hem
opnieuw.
Hoofdstuk 2
2.5