Diafragma instellen en opnemen
Modus [LENSOPENINGSPR.]
Opnamemodus:
Tijdens het opnemen kunt u het scherpstelbereik (de scherptediepte) vaststellen in
overeenstemming met uw opnamedoel.
De sluitertijd wordt automatisch aangepast aan de ingestelde diafragmawaarde.
Diafragmawaarde
■
Diafragmawaarden die kunnen worden ingesteld
Diafragmawaarde
F4,0 - F6,3
F3,5
F3,3
• De diafragmawaarden die kunnen worden ingesteld, variëren afhankelijk van de
zoompositie. (In de bovenstaande tabel is uitgegaan van maximale groothoek)
●
De helderheid van het lcd-scherm kan afwijken van de feitelijk gemaakte foto.
●
Als de foto te licht is, verhoogt u de diafragmawaarde; als deze te donker is, verlaagt u
deze.
56
VQT2R28
Stel in op
(opnemen)
Stel in op
(de modus [LENSOPENINGSPR.])
Bepaal de diafragmawaarde
• Wanneer de diafragmawaarde
wordt verhoogd, wordt de
scherptediepte groter, en is het
beeld scherp van vlak voor de
camera tot op de achtergrond.
• Wanneer de diafragmawaarde
wordt verlaagd, wordt de
scherptediepte kleiner en kan de
achtergrond wazig worden.
• Wanneer de foto te licht of te
donker is of op andere wijze
niet goed is belicht, worden de
waarden voor het diafragma
en de sluitertijd in rood
weergegeven.
Sluitertijden (in seconden) die op deze
camera zijn ingesteld
8 - 1/2000
8 - 1/1600
8 - 1/1300
Sluitertijd instellen en opnemen
Modus [SLUITERPRIORITEIT]
Opnamemodus:
Tijdens het opnemen kunt u de sluitertijd zo regelen dat deze aan uw opnamedoel voldoet.
Het diafragma wordt automatisch aangepast aan de ingestelde sluitertijd.
Sluitertijd
■
Sluitertijden die kunnen worden ingesteld
Sluitertijd (in seconden)
8
6
5
2,5
2
1,6
1,3
1/1,3
1/1,6
1/2
1/2,5
1/4
1/5
1/6
1/8
1/13
1/15
1/20
1/25
1/40
1/50
1/60
1/80
1/125
1/160
1/200
1/250
1/400
1/500
1/640
1/800
1/1300
1/1600
1/2000
• De diafragmawaarden die worden ingesteld, variëren afhankelijk van de zoompositie.
(In de bovenstaande tabel is uitgegaan van maximale groothoek)
●
De helderheid van het lcd-scherm kan afwijken van de feitelijk gemaakte foto.
●
Wanneer u een lange sluitertijd gebruikt, verdient het aanbeveling een statief te gebruiken.
●
In de modus [SLUITERPRIORITEIT] kan
Stel in op
(opnemen)
Stel in op
(de modus [SLUITERPRIORITEIT])
Bepaal de sluitertijd
• Bij kortere sluitertijden lijken
bewegende onderwerpen stil te
staan.
• Bij langere sluitertijden worden
bewegende onderwerpen trillend
weergegeven.
• Wanneer de foto te licht of te
donker is of op andere wijze
niet goed is belicht, worden de
waarden voor het diafragma
en de sluitertijd in rood
weergegeven.
Diafragmawaarden die op deze
camera kunnen worden ingesteld
4
3,2
1
1/3,2
1/10
1/30
F3,3 - F6,3
1/100
1/320
1/1000
F3,5 - F6,3
F4,0 - F6,3
niet worden ingesteld.
VQT2R28
57