Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Weergave Informatie Voor Opname Wijzigen; Fotograferen Met Een Flitser; Selecteer Het Gewenste Type; Toepassingen (Fotograferen) - Panasonic LUMIX DMC-TZ10 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor LUMIX DMC-TZ10:
Inhoudsopgave

Advertenties

Weergave informatie voor opname wijzigen

Wisselen tussen verschillende weergaven op het lcd-scherm, zoals histogrammen.
Indrukken om de weergave te wijzigen
In de opnamemodus
Opname-
Filmopname-
informatie ∗
informatie ∗
1
1,
In de weergavemodus
Opname-
Opname-informatie of
histogram ∗
informatie
1
Histogram
In het histogram ziet u de verdeling van helderheid op de foto.
Een piek rechts in de grafiek betekent bijvoorbeeld dat er verschillende
heldere gebieden op de foto zijn. (Richtlijn) Een piek in het midden
geeft een correcte helderheid aan (correcte belichting).De informatie
kan worden gebruikt voor belichtingscorrectie (→53), enzovoort.
• Het histogram op het moment van opname wijkt af van het histogram bij het
afspelen en wordt oranje weergegeven bij een opname met flits of in een
donkere omgeving. Het histogram kan ook afwijken van histogrammen die
zijn gemaakt met beeldbewerkingssoftware.
• Niet weergegeven tijdens de modus
[MULTI-ASPECT], [FOTO FRAME] of zoom afspelen.
Richtlijnen
• Referentie voor evenwicht en compositie tijdens het
fotograferen.
• Alleen in de [INTELLIGENT AUTO] modus en de
[PRIKBORD] aanduidingsstand
• Dit wordt niet aangegeven in de [MULTI-ASPECT]
stand.
Tijdens zoom afspelen, afspelen van bewegende beelden, diashow: scherm aan/uit
Bij het weergeven van menu's, meerdere foto's of de kalender: U kunt de weergave niet wijzigen.
46
VQT2R28
Geen
Richtlijnen ∗
2
schermweergave
Stel [HISTOGRAM] in op [ON] om het
1
Geen
histogram weer te geven (→23).
schermweergave
• Om terug te keren naar de 'Opname-
2
informatie' aanduiding, drukt u de
ontspanknop halverwege in.
• Dit wordt aangegeven tijdens de
filmopname van bewegende beelden, in
plaats van het linker scherm.
3
Selecteer met de instelling [RICHTLIJNEN]
(→23) een richtlijnpatroon en geef aan of u
opname-informatie wilt weergeven.
• Bij gebruik van
kunt u niet gelijktijdig
opname-informatie en richtlijnen weergeven.
(Voorbeeld)
Donker←
OK
([INTELLIGENT AUTO]),
(de modus [PRIKBORD]),
Evenwicht
Middelpunt van
beoordelen
onderwerp beoordelen
.

Fotograferen met een flitser

Opnamemodus:
1,
3
Zorg voor een minimale afstand
van 1 m. als u flitsopnamen
maakt van kleine kinderen.
[AUTO]
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst.
[AUTO/RODE-OG] ∗
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst
(met rode-ogenreductie).
[FLITS ALTIJD AAN]
• Altijd flitsen
[GDW. AAN/RODE-OG] ∗
• Altijd flitsen (met rode-ogenreductie)
[LNGZ. SY./RODE-OG] ∗
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst (met
rode-ogenreductie en lange sluitertijd voor meer
helderheid).
[GEDWONGEN UIT]
• Nooit flitsen
Er wordt twee keer geflitst. Beweeg niet tot na de tweede flits. Het interval tussen de flitsen varieert,
1
→ Licht
afhankelijk van de helderheid van het onderwerp.
Als [RODE-OGEN CORR] in het menu [OPNAME] op [ON] staat, verschijnt
van de flitser, worden rode ogen automatisch waargenomen en worden fotogegevens gecorrigeerd.
(Alleen wanneer [AF MODE] is ingesteld op
De sluitertijden zijn als volgt:
,
,
: 1 ∗
,
2,
Afhankelijk van de instelling voor [KORTE SLUITERT.].
2
Wanneer [KORTE SLUITERT.] is ingesteld op [AUTO], is dit maximaal 1/4 seconde, en wanneer
3
[STABILISATIE] op [OFF] is gezet of als er weinig trillingen zijn, maximaal 1 seconde. Varieert ook
afhankelijk van de modus [INTELLIGENT AUTO], de [SCÈNE MODE] en de zoompositie.
Het effect van de rode-ogenreductie varieert, afhankelijk van het onderwerp, en wordt beïnvloed
door factoren zoals afstand tot het onderwerp, of het onderwerp tijdens de voorflits naar de camera
kijkt enzovoort. In sommige gevallen is het effect van de rode-ogenreductie verwaarloosbaar.
Geef [FLITS] weer

Selecteer het gewenste type

Kan ook worden
geselecteerd met ►.
Type, bewerkingen
1
1
1
(gezichtsdetectie))
: 1/30 ∗
,
- 1/2000
2
- 1/2000
3
(Voorbeeld wordt ongeveer 5
seconden weergegeven, modus
[PROGRAM AE] (
))
Toepassingen
Normaal gebruik
Onderwerpen in een donkere
omgeving fotograferen
Fotograferen met achtergrondlicht
of onder felle lampen (bijvoorbeeld
tl-licht)
Onderwerpen fotograferen tegen een
nachtlandschap (statief aanbevolen)
Plaatsen waar u niet mag flitsen
bij het pictogram
47
VQT2R28

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lumix dmc-tz9Lumix dmc-tz8

Inhoudsopgave