1
systeemkaart
De systeemkaart terugplaatsen
1 Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 7.
2 Plaats de geheugenmodule(s) terug (zie "De geheugenmodule(s)
vervangen" op pagina 16).
3 Plaats de systeemkaart op het polssteungedeelte.
4 Plaats de vijf schroeven terug waarmee de systeemkaart aan het
polssteungedeelte wordt bevestigd.
5 Schuif de kabel van de aan/uit-knopkaart in de systeemkaartconnector en
druk op de vergrendeling om de kabel te vergrendelen.
6 Sluit de kabel van het beeldscherm, de omgevingslichtsensor en de
conversiekaart van het beeldscherm aan op de systeemkaartconnectors.
7 Bevestig de tape op de netwerkconnector op de systeemkaart.
8 Sluit de luidsprekerkabel aan op de systeemkaartconnector.
9 Schuif de kabel van het toetsenbord, de touchpad, de
toetsenbordverlichting en de halsensor in de systeemkaartconnectors en
druk op de vergrendeling van de connector om de kabel vast te zetten.
48
Systeemkaart
1
2
schroeven (5)
2