V-AMPIRE LX110
EL RATON: "The Rat" van ProCo was weliswaar ook een
vervormpedaal, net als de Tube Screamer, en komt ook uit
dezelfde tijd, maar het basisgeluid en de toepassing zijn heel erg
verschillend. Terwijl bij de Tube Screamer de vervormingen met
behulp van de versterkers werden geproduceerd, kwam bij "The
Rat" alles uit het pedaal zelf. Met de "The Rat"-simulatie van de
V-AMPIRE heb je de vroege 80-er jaren Metal-sounds als het
ware voor het oprapen.
AMP BYPASS: Bij deze instelling wordt er geen Amp-simulatie
geselecteerd. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk over een externe
gitaar-voorversterker te spelen en alleen de effecten te gebruiken.
ACOUSTIC: Hier wordt een met een dynamische microfoon
opgenomen gitaar met stalen snaren gesimuleerd. Terwijl piëzo-
elementen de neiging hebben, vooral de aanslag zeer hard te
laten klinken, klinkt de opname per microfoon veel evenwichtiger.
Natuurlijk vervalt hier het voor de opname van akoestische
instrumenten per microfoon typische gevaar voor terug-
koppelingen.
Engl, Fender, Gibson, Ibanez, Marshall, Mesa Boogie, Roland, Soldano, Vox, ProCo, Tube
Screamer, The Rat en de namen van muzikanten en muziekgroepen zijn geregistreerde
merknamen van de desbetreffende eigenaars en hebben geen enkele connectie met
BEHRINGER. Het noemen van deze merknamen dient hier uitsluitend ter omschrijving van de
in de V-AMPIRE geproduceerde klanken en effecten.
6. EFFECTPROCESSOR
Een bijzonder kenmerk van de V-AMPIRE is de geïntegreerde
multi-effectprocessor. Deze effectmodule geeft je de beschikking
over 16 verschillende eerste klas effecten, zoals bijv. Chorus,
Flanger, Delay en Auto Wah, die je bovendien onderling willekeurig
kunt combineren. Uit elk van de effectblokken Modulation, Delay
en Reverb kun je een effect naar smaak kiezen.
Om op snelheid gebaseerde effecten aan het tempo
van het muziekmateriaal aan te passen, dien je in het
ritme van de muziek mistens twee maal op de
ADJUST (TAP)-regelaar te tippen.
6.1 Beschrijving van de effecten
Hier vind je korte omschrijvingen van de beschikbare effecten.
6.1.1 Galm- en delay-algorithmes
De Delay-effecten kunnen volgens drie parameters worden
veranderd:
Door te draaien aan de ADJUST-regelaar (effectaandeel/
mix),
door te draaien, terwijl de ADJUST-regelaar ingedrukt is
(nagalm/feedback), en
door te drukken op de ADJUST-regelaar in het tempo van
een muziekstuk (afstand van de echo's/Delay Time).
STEREO DELAY: Een vertraging van het ingangssignaal.
Verschillende tempo's zorgen voor een rijke schakering
vertragingseffecten. Experimenteer van korte tot extreem lange
vertragingen.
LONG ECHO: Het speciale aan dit Delay-effect is, dat het
herhalingsinterval van de echo's de helft langer is dan de tussen
twee ADJUST (TAP)-toetsaanslagen gemeten tijd. Hiermee kun
je een veelgebruikt echo-effect heel eenvoudig reproduceren:
typ en speel je bijvoorbeeld in kwartnoten, dan hoor je de echo's
3 achtste tellen later. Hoe zo iets kan klinken, laat met name de
gitarist van U2 "The Edge" op indrukwekkende wijze zien.
SLAP ECHO: Een Delay met bijzonder kort herhalingsinterval. De
V-AMPIRE stelt de helft van de tijd die tussen twee ADJUST
(TAP)-toetsaanslagen wordt gemeten, in als echo-afstand. De
echo wordt twee keer zo snel.
PING PONG: Een Delay-effect met wisselende stereo-plaatsing.
8
Wanneer de modulatie-effecten gekozen zijn om bewerkt te
worden, kun je deze tot en met vier parameters veranderen.
1.
Door te draaien aan de ADJUST-regelaar (regelt al naar
gelang
effectaandeel),
2.
door te draaien, terwijl de ADJUST-regelaar ingedrukt is
(tweede parameter, zie betreffende effectbeschrijving),
3.
door het bedienen van de UP- en DOWN-tasters voor het
kiezen van verschillende effectmodellen (1 - 4), en
4.
door te tippen op de ADJUST-regelaar in het ritme van een
muziekstuk (snelheid van de modulatie/Speed).
PHASER: De Phaser werkt volgens het principe, waarbij
faseverschoven kopiën aan de klank worden toegevoegd en de
fasestand wordt gemoduleerd. Het materiaal lijkt zo compacter
en vooral levendiger. Dit effect is al sinds tientallen jaren populair,
omdat het voor decente maar ook dramatische effecten kan
zorgen en het zich voor praktisch alle instrumenten leent. Twee
door ons gesimuleerde klassiekers voor dit effect zijn de viertraps
MXR Phase 90 (1) en de 12-traps Boss PH2 (4). Bovendien heeft
de V-AMPIRE nog twee zeldzamere varianten van een 8-traps
(2) en een 10-traps (3) Phaser te bieden.
De tweede parameter regelt de resonantie, de derde parameter
selecteert het Phaser-model (1 - 4).
PITCH BEND: Het Digitech Whammy-pedaal en de PS-5 Super
Shifter van Boss zijn twee extreem populaire effecten, die een
ten opzichte van het ingangssignaal verstemd effectsignaal
produceren. In de modellen (1 - 4) hebben we hier de beste van
gesimuleerd.
Met de Adjust regeling bepaal je de hoeveelheid effect.
De PS-5 Super Shifter (1) zorgt voor een vast interval van
meerdere stappen van halve tonen t.o.v. de ingangstoon. Bij de
T-Arm Simulation (2) wordt dit interval alleen dan actief, zolang
het Expression-pedaal ingedrukt blijft. De snelheid, waarin het
interval wordt bereikt, kan door het herhaald indrukken van de
ADJUST-regelaar (TAP) worden beïnvloed.
Bij het Wahmmy-effect (3) is de verstemming afhankelijk van de
positie van het pedaal (pedaal boven = originele toonhoogte,
pedaal beneden = met parameter 2 ingesteld interval).
Het Detune-effect (4) zorgt anders dan de Pitch Shifter voor een
licht verstemmingsinterval van een fractie van een halve toon en
klinkt ongeveer zoals een "staande" Chorus.
De tweede parameter regelt de verstemming:
- voor de modellen 1 tot 3 (-12/-7/-5/-3/+3/+4/+5/+7/+12 halve
tonen),
- voor model 4 (-20 tot +20 % van een halve toon).
De derde parameter selecteert tussen de verschillende
effectmodellen: Pitch Shift (1), T-Arm (2), de Whammy (3) en de
Detune (4).
Aangezien de Pitch Bend-effecten 2 en 3 met het
Expressionpedaal worden bediend, is dit tijdelijk
niet voor andere functies beschikbaar, zoals bijv.
Wah Wah. In dit geval licht de Pedal Assign Effect-
LED.
TREMOLO: De simulatie van de klassieke Fender DeLuxe-tremolo,
van een Vox AC 15-tremolo en een Gate-tremolo. Sinds de Trip
Hop is dit effect van volume-modulatie weer helemaal in.
De tweede parameter regelt in hoeverre de modulatiesnelheid
volume afhankelijk is: Hard ingangssignaal = snellere modulatie,
zacht ingangssignaal = langzamere modulatie.
De derde parameter geeft de mogelijkheid tussen de verschillende
types tremolo, Fender (1), Vox (2), Gate (3) en Panning (4), om
te schakelen.
6. EFFECTPROCESSOR
6.1.2 Modulatie-effecten
het
effect
de
effectintensiteit
of
het