V-AMPIRE LX110
In principe wordt aan het pedaal een parameter
toegewezen,
wanneer
geactiveerd wordt.
Het
Auto
Wah
resp.
uitgeschakeld, zolang het Expression-pedaal aan
het Wah Wah-effect toegewezen is.
Om de invoer te bevestigen en het PEDAL-menu te verlaten, dien
je nog eens op TREBLE en BASS te drukken.
6.3.1 FCV100 pedaalwegkalibrering
Om de pedaalweg van de FCV100 optimaal aan te passen, dien
je als volgt te handelen:
Houd de BASS- en TREBLE-taster bij het inschakelen van
het apparaat ingedrukt (>2 sec.), om in de pedaalkalibre-
ringsmodus te komen.
Beweeg het pedaal helemaal naar voren. In het display
verschijnt de aanduiding "PL" (Pedal Low).
Beweeg het pedaal nu helemaal naar achteren. In het display
verschijnt de aanduiding "PU" (Pedal UP). De kalibrering is
nu afgesloten.
Om de pedaalkalibreringsmodus te verlaten, dien je
tegelijkertijd op de BASS- en TREBLE-taster te drukken.
A/DA, Boss, DyTronics, Electro Harmonix (EHX), MXR, Digitech, Vox en de namen van
muzikanten en muziekgroepen zijn geregistreerde merknamen van de desbetreffende eigenaars
en hebben geen enkele connectie met BEHRINGER. Het noemen van deze merk- en
productnamen dient hier uitsluitend ter omschrijving van de in deV-AMPIRE geproduceerde
klanken en effecten.
7. TUNER
Het geïntegreerde stemapparaat wordt door tegelijkertijd te
drukken op de UP- en DOWN-taster aan- en uitgeschakeld. De
V-AMPIRE wordt daardoor in de bypass-modus geschakeld.
7.1 Stemmen van de gitaar
De auto-chromatische Tuner is in staat de frequentie van de
gespeelde tonen te herkennen. Voor de A-snaar is dit een
frequentie van 110 Hz. Als je gitaar met de V-AMPIRE verbonden
is en je slaat een lege snaar aan, probeert de Tuner deze toon te
herkennen en geeft deze in het display weer. Omdat de Tuner
auto-chromatisch werkt, kunnen er ook halve tonen worden
herkend. Deze worden met een "b" in het display weergegeven.
Nu kan het gebeuren, dat een gespeelde toon die in het display
bijv. met "a" wordt weergegeven, toch iets van de ideale toon
afwijkt. Dit wordt weergegeven door het oplichten van minimaal
één van de vier pijl-LED's aan de onderste rand van het display.
In speciale gevallen kunnen er ook twee LED's oplichten, en wel
altijd dan, wanneer de gespeelde toon tussen de door de aparte
LED's weergegeven afwijking ligt. Wanneer de ronde middelste
Tuner-LED oplicht, komt de gespeelde toon overeen met de in het
display aangegeven toon.
7.2 Instellen van de referentietoon "a"
Om je alle vrijheid bij het stemmen van je gitaar te geven, heb je
de mogelijkheid, de voorinstelling van de referentietoon "a" te
veranderen. Om dit uit te leggen, het volgende verhaal:
De zogenaamde "kamertoon a" is sinds de eerste meting tot
heden steeds hoger geworden. De stemvorken van Bach, Händel
of Mozart zaten op 415, 420 of 421 Hz (trillingen per seconde).
Tegenwoordig stemmen de orkesten "a" met 444 Hz, en de
Berliner Philharmoniker bijvoorbeeld willen voorop lopen: hun
"kamertoon a" zit op 447 Hz.
De referentietoon "a" van de V-AMPIRE is vanuit de fabriek op
440 Hz ingesteld. Laten we aannemen, je wilt met een groot
orkest samenspelen waar de "kamertoon a" op 444 Hz wordt
gestemd. Dan moet je een functie bij de hand hebben, waarmee
je de referentietoon "a" kunt veranderen. Deze functie activeert
je op de volgende wijze:
10
de
pedaalfunctie
Pitch
Bend
wordt
In de tuner modus regelt de ADJUST-regelaar het volume van het
gitaarsignaal tijdens het stemmen. In de linker positie staat het
signaal uit.
De ingangen van de BEHRINGER V-AMPIRE zijn als mono-
plugbussen uitgevoerd. De koptelefoonuitgang is beschikbaar
als stereoplugbus. De CD/TAPE INPUT-aansluitingen zijn als
onsymmetrische cinch-bussen uitgevoerd.
8. INSTALLATIE
Schakel de tuner door gelijktijdig te drukken op de UP- en
DOWN-taster in en wissel dan door te drukken op de
ADJUST-regelaar en deze vast te houden naar de
kalibrering: In het display verschijnt "40", wat 440 Hz
betekent.
Door te drukken op de ADJUST-regelaar en eraan te draaien
kan de referentietoon "a" slechts telkens tot 15 Hz naar onderen
of naar boven gejusteerd worden. In het display worden steeds
de beide laatste cijfers van de grondtoon aangegeven, omdat
het eerste cijfer altijd 4 is ("44" = 444 Hz enz.).
Verlaat de kalibrering door de ADJUST-regelaar los te laten.
De veranderingen worden automatisch opgeslagen. De
ideale tonen voor de overige snaren van je gitaar passen
zich
automatisch
aan
aan
referentietoon.
7.3 Tuner bypass-volume
8. INSTALLATIE
Afb. 8.1: 6,3-mm-monoklinkerstekker
Afb. 8.2: 6,3-mm-stereoklinkerstekker voor de
koptelefoon-aansluiting
Afb. 8.3: Cinch-kabel
de
nieuw
ingestelde