Instellen van de positie van de AF-zone/veranderen van de maat van de AF-zone
•
Doe dit na de Touch-sluiterfunctie te hebben geannuleerd.
Als [š], [Ø] geselecteerd worden
De positie en de maat van de AF-zone kunnen veranderd worden.
1
Raak het onderwerp aan.
•
Het beeldscherm voor de instelling van de AF-zone wordt
weergegeven.
•
Het instellingscherm van de AF-zone kan tevens afgebeeld
worden door op 2 en vervolgens op 4 te drukken.
•
De AF-zone kan tevens verplaatst worden door de cursorknop in
het instelscherm van de AF-zone.
•
Raak [Reset] aan om ervoor te zorgen dat de AF-zone naar het midden van het beeldscherm
terugkeert.
2
Versleep de schuifbalk om het formaat van het frame van
de AF-zone te veranderen.
•
Deze kan veranderd worden naar 4 verschillende groottes.
•
Vergroten/verkleinen kan ook uitgevoerd worden door aan de
functieknop op de achterkant te draaien.
3
Raak [Inst.] aan.
•
Instellen is ook mogelijk door op [MENU/SET] te drukken.
•
De AF-zone met dezelfde functie als [Ø] wordt in de aangeraakte positie weergegeven als
[š] geselecteerd is. De instelling van de AF-zone wordt geannuleerd als [
wordt.
Wanneer u [
] selecteert
De 23 AF-zones kunnen in 9 zones onderverdeeld worden en de zone waarop men wilt
scherpstellen kan ingesteld worden.
Raak het beeldscherm aan om het beeldscherm voor de
instelling van de AF-zone weer te geven en selecteer het
frame van de AF-zone zoals in de afbeelding rechts getoond
wordt.
•
Nadat u uw vinger even van het aanraakscherm gehaald hebt, zal
het frame van de AF-zone verdwijnen en zal alleen de weergave
van [i] (middelpunt van het geselecteerde frame van de AF-zone)
op het scherm blijven.
•
De instelling van het kader van de AF-zone wordt geannuleerd als [
•
AF-zoneframe kan geselecteerd worden d.m.v. de cursorknop wanneer het instellingscherm van de
AF-zone weergegeven wordt door op 2 en vervolgens op 4 te drukken. Het AF-zoneframe wordt
ingesteld door op [MENU/SET] te drukken.
Opnemen
- 99 -
] aangeraakt
] aangeraakt wordt.