Sluiter-Prioriteit AE-modus
Als u een scherpe opname wenst te maken van een snel bewegend object, stelt u een hogere
sluitertijd in. Als u een trail-effect wenst, stelt u een lagere snelheid in.
1
Stel de functieknop in op [
2
Draai de functieknop achterop om de sluitertijd in te stellen.
Sluitertijd:
Langzaam
Het wordt gemakkelijker om
beweging uit te drukken.
•
Deze zal schakelen tussen instellingswerking van sluitertijd en Belichtingcompensatie, elke
keer dat de functieknop achterop ingedrukt wordt.
•
De effecten van de ingestelde sluitertijd zullen niet op het opnamescherm zichtbaar zijn.
Gebruik [Voorvertoning] om het opnamescherm te controleren.
Aantekening
•
De helderheid van het scherm en van de opgenomen beelden kunnen verschillen. Controleer de
beelden op het afspeelscherm.
•
Draai de functieknop op de achterkant om de [Lichtmeter] af te beelden. Ongeschikte zones van het
bereik worden weergegeven in het rood.
•
Als er geen geschikte belichting is gevonden, gaan de diafragmawaarde en de sluitertijd rood
knipperen zodra de sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt.
•
De weergave van de sluitersnelheid zal terugtellen wanneer de sluitersnelheid op langzaam gezet is
en de sluiterknop volledig ingedrukt wordt.
•
Wij raden aan een statief te gebruiken met een lage sluitertijd.
•
Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitersnelheid die geselecteerd kan worden 1/160 van een
seconde.
(P87)
•
Een sluitertijd van minder dan 1 seconden is niet beschikbaar als [Elektronische sluiter] op [ON]
gezet is.
•
De [Gevoeligheid] wordt automatisch op [AUTO] ingesteld als u de opnamefunctie wisselt naar de
sluitertijdprioriteit AE-functie terwijl de [Gevoeligheid] op [
Opnemen
].
SS
SS
SS
1
2
4
000
000
000
F
8.0
5.6
4.0
4000
4000
4000
A
B
A Sluitertijd
B Belichtingsmeter
] (Intelligent) staat.
- 118 -
Sluitertijd:
Snel
Het wordt gemakkelijker om de
beweging te bevriezen.
(P115)