nl
NEDERLANDS
7.1
Elektronische functies
Pompuitschakeling bij gesloten drukleiding
(stand-by):
HWW..., HWA..., HWWI..., HWAI...: als de
drukleiding bij ingeschakelde pomp wordt
gesloten (kraan resp. spuitkop sluiten) gaat de
pomp na een nalooptijd over naar de stand-by
modus. De elektronica controleert in eerste
instantie, of water door de pomp stroomt. Als geen
waterstroom wordt herkend, knippert de LED (2)
gedurende 40 resp. 70 seconden groen
(afhankelijk van het model). Vervolgens wordt de
pompmotor uitgeschakeld, de pomp bevindt zich
in de stand-by modus en de LED (2) knippert
langzaam groen. Bij het openen van de drukleiding
start de pomp automatisch.
P 6000 Inox: als er geen debiet wordt herkend,
knippert de LED (2) gedurende 20 seconden
langzaam groen, vervolgens nog eens 5 seconden
snel. Vervolgens wordt de pompmotor
uitgeschakeld en de LED (2) brandt rood.
Droogloopbescherming:
Als de pomp na 20 seconden geen water kan
pompen, begint de LED (2) langzaam rood te
knipperen. Als er na nog eens 100 seconden geen
water kan worden gepompt, stopt de motor van de
pomp gedurende 5 seconden (LED (2) knippert
snel rood + groen) en probeert vervolgens nog
eens 3 cycli lang water te pompen. Als ook dan
nog geen water kan worden gepompt, stopt de
pomp en brandt de LED (1) continu rood.
Om de pomp weer in gebruik te nemen druk
eventjes op de knop ON/OFF (3).
Herstartbeveiliging:
Het apparaat bezit een af fabriek ingestelde
hernieuwde startbescherming, die in geval van
een storing of een stroomuitval het onbedoelde
hernieuwde starten voorkomt.
Het apparaat start na een stroomuitval niet vanzelf
en moet via de ON/OFF (3)-knop opnieuw in
gebruik worden genomen.
Aanwijzing: het gebruik van irrigatiebedieningen
resp. voorschakelapparaten (tijdschakelklok,
hydromaat) is niet mogelijk met een geactiveerde
herstartbeveiliging. De herstartbeveiliging kan bij
alle apparaten (met elektronica) door het
veranderen van de gebruiksmodus worden
gedeactiveerd.
Gebruiksmodus veranderen/gebruik van
voorschakelapparaten:
Netstekker insteken en knop (3) langer dan 3
seconden drukken. De kleur van de LED (2)
verandert van groen naar blauw. De pomp kan nu
worden veranderd en het voorschakelapparaat
kan worden aangesloten. Om terug te keren naar
de "normale modus": netstekker insteken en knop
(3) langer dan 3 seconden drukken. De kleur van
de LED (2) verandert van blauw naar groen. In
"Modus A" kan de pomp eveneens via de knop (3)
worden aan-/uitgeschakeld. Ook de
droogloopbescherming is geactiveerd zoals in de
normale modus.
7.2
Apparaat gebruiken
Tuinpomp
(Apparatenaanduiding P...)
Werkingsprincipe: het tapraat loopt, zoalng het is
ingeschakeld.
1. Netstekker insteken.
2. Indien nodig de pomp vullen - zie hoofdstuk 6.7
3. Apparaat inschakelen:
Eventjes de knop (3) indrukken om in te
schakelen (ON/OFF), de LED brandt groen (in
gebruiksmodus "A" blauw).
4. Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitkop
opendraaien).
5. Controleren of er water uitstroomt!
6. Na beëindiging van het werk het apparaat
uitschakelen:
Druk eventjes op de knop (3) (ON/OFF) om uit
te schakelen. Bij het niet naleven schakelt de
pomp op storing, de rode LE brandt, zie
hoofdstuk 7.1.
Mocht de pomp geactiveerd moeten worden door
een voorschakelapparaat (bijv. hydromaat,
tijdschakelklok), dan moet worden omgeschakeld
op "modus A", zie hoofdstuk 7.1.
Hydrofoor automaat
(Apparaataanduiding HWA..., HWAI...)
Werkingsprincipe: het apparaat schakelt in
wanneer de waterdruk door wateronttrekking
18
https://tm.by
Интернет-магазин TM.by
onder de inschakeldruk zakt; en weer uit wanneer
de uitschakeldruk bereikt is.
1. Netstekker insteken.
2. Indien nodig de pomp vullen - zie hoofdstuk 6.7
3. Apparaat inschakelen:
Eventjes de knop (3) indrukken om in te
schakelen (ON/OFF), de LED brandt groen (in
gebruiksmodus "A" blauw).
4. Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitkop
opendraaien).
5. Controleren of er water uitstroomt! Het
apparaat is nu gereed voor gebruik.
6. Het apparaat schakelt, al naar behoefte, aan en
uit. (zie hoofdstuk 7.1)
Hydrofoorpomp
(Apparaataanduiding HWW..., HWWI...)
Werkingsprincipe: het apparaat schakelt in
wanneer de waterdruk door wateronttrekking
onder de inschakeldruk zakt; en weer uit wanneer
de uitschakeldruk bereikt is. De ketel bevat een
rubberbalg die standaard onder luchtdruk
("voorvuldruk") staat; dit maakt het aftappen van
kleine hoeveelheden water mogelijk, zonder dat
de pomp aanloopt.
1. Netstekker insteken.
2. Indien nodig de pomp vullen - zie hoofdstuk 6.7
3. Apparaat inschakelen:
Eventjes de knop (3) indrukken om in te
schakelen (ON/OFF), de LED brandt groen (in
gebruiksmodus "A" blauw).
4. Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitkop
opendraaien).
5. Controleren of er water uitstroomt! Het
apparaat is nu gereed voor gebruik.
6. Het apparaat schakelt, al naar behoefte, aan en
uit. (zie hoofdstuk 7.1)
8. Onderhoud
Gevaar! Alvorens u met werkzaamheden aan
het apparaat begint:
- Netstekker uit het stopcontact trekken.
- Controleren of het apparaat en de aangesloten
accessoires drukloos zijn.
- Andere dan de hier beschreven onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden uitsluitend door
geschoold personeel laten uitvoeren.
8.1
Regelmatig onderhoud
- Apparaat en accessoires, met name elektrische
en onder druk staande onderdelen, controleren
op beschadiging en zo nodig laten repareren.
- Zuig- en drukleidingen controleren op lekkage.
- Wanneer het pompvermogen afneemt
aanzuigfilter en filterinzet (indien aanwezig)
reinigen en indien nodig vernieuwen.
- Voorvuldruk van de ketel (6) (afhankelijk van de
uitvoering) controleren en zo nodig verhogen (zie
hoofdstuk 9.4 Voorvuldruk verhogen).
Aanzuigfilter reinigen (afhankelijk van
8.2
de uitvoering)
1. Deksel (14) eraf schroeven (indien nodig met
behulp van de sleutel (13)).
2. Filtereenheid (15) loodrecht naar boven eruit
trekken.
3. Filtereenheid demonteren: beker (16) vast
houden, de filter (17) rechtsom draaien en van
de beker trekken (bajonetsluiting).
4. Beker (16) onder stromend water en filter (17)
met een zachte borstel reinigen.
5. In omgekeerde volgorde weer monteren. Let er
wel op, dat de filtereenheid (15) tot aan de
aanslag erin wordt gestoken.
8.3
Bij vorstgevaar
Let op! Vorst (< 4 °C) brengt onherstelbare
schade aan het apparaat en de toebehoren
aan omdat deze altijd water bevatten!
- Bij het risico van vorst apparaat en accessoires
demonteren en vorstvrij opslaan (zie volgende
sectie).
8.4
Apparaat demonteren en bewaren
- Apparaat uitschakelen. Netstekker uit het
stopcontact trekken.
- Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitkop
opendraaien), water geheel laten uitstromen.
- Pomp (5) en ketel (6) geheel laten leeglopen,
hiervoor:
- de wateraftapschroef (8) uitdraaien.
- zuig- en drukleidingen van het apparaat
demonteren.
- apparaat in een vorstvrije ruimte (min. 5 °C)
opslaan.
f
9. Problemen en storingen
Gevaar!
- Alvorens u met werkzaamheden aan het
apparaat begint:
- Netstekker uit het stopcontact trekken.
- Controleren of het apparaat en de aangesloten
accessoires drukloos zijn.
9.1
Pomp loopt niet
• Er is geen netspanning.
- Aan-/uitschakelaar, snoer, stekker,
stopcontact en zekering controleren.
• De netspanning is te laag.
- Gebruik een verlengsnoer met voldoende
grote aderdiameter.
• Droogloopbescherming is geactiveerd - de rode
LED brandt.
- Controleer of er voldoende water ter
beschikking staat.
- Voor het hernieuwde inschakelen drukt u
eventjes op de knop (3) (ON/OFF)
• P 6000 Inox: veiligheidsuitschakeling als de
drukleiding is gesloten - de rode LED brandt
- Drukleiding openen
- Voor het hernieuwde inschakelen drukt u
eventjes op de knop (3) (ON/OFF)
• Motor oververhit, motorbeveiliging geactiveerd.
- Na het afkoelen wordt het apparaat
automatisch opnieuw ingeschakeld.
- Voor voldoende ventilatie zorgen,
luchtspleten vrijhouden.
- Maximale aanvoertemperatuur in acht
nemen.
• Motor bromt, start niet.
- Reparatie noodzakelijk, zie hoofdstuk 11.
• Pomp verstopt of defect.
- Pomp demonteren en reinigen. Diffusor
reinigen, eventueel vernieuwen. Loopwiel
reinigen, eventueel vernieuwen. Zie
hoofdstuk 11.
• Leidings-/ingangsdruk hoger dan de
inschakeldruk van de pomp.
- Er moet een drukregelaar worden
voorgeschakeld, zie hoofdschakelaar 2.
9.2
Pomp zuigt niet goed of loopt zeer luid:
• Watergebrek, de droogloopbescherming is
geactiveerd.
De rode LED knippert, de groene LED brandt
permanent, zie hoofdstuk 7.1
- Controleer of er voldoende water ter
beschikking staat.
• Pomp niet voldoende met water gevuld.
- Zie hoofdstuk 6.7.
• Zuigleiding doorlatend.
- Zuigleiding afdichten, schroefverbindingen
aantrekken.
• Zuighoogte te groot.
- Maximale zuighoogte in acht nemen.
- Terugslagventiel plaatsen, zuigleiding met
water vullen.
• Aanzuigfilter (toebehoren) verstopt.
- Reinigen, eventueel vernieuwen.
• Terugslagventiel (toebehoren) geblokkeerd.
- Reinigen, eventueel vernieuwen.
• Water komt vrij tussen motor en pomp,
glijringafdichting ondicht. (Een minimale
uitstroom van water (max. ca. 30 druppels per
dag) is bij glijringafdichtingen afhankelijk van het
gebruik).
- Glijringafdichtingen vernieuwen. Zie
hoofdstuk 11.
• Pomp verstopt of defect.
- Zie hoofdstuk 9.1.
9.3
De druk is te laag of de pomp loopt
continu (voortdurend in-/uitschakelen):
• Zuigleiding doorlatend of zuighoogte te groot.
- Zie hoofdstuk 9.2.
• Pomp verstopt of defect.
- Zie hoofdstuk 9.1.