P
ROBLEMEN MET PAPIERINVOER
SYMPTOOM
Het papier loopt vaak vast. Er
worden meerdere vellen
tegelijk ingevoerd.
Het papier wordt niet in de
printer ingevoerd.
Het afdrukken wordt niet
voortgezet nadat vastgelopen
papier is verwijderd.
PROBLEEM
De printer is gekanteld.
Het papier is te dik of te dun.
Het papier is vochtig,
gevouwen, gekreukeld of
verwrongen.
Het papier ligt niet recht.
Er ligt slecths één vel papier in
de papierlade of de
handinvoerlade/universele
lade.
Er worden vellen papier
toegevoegd aan de bestaande
papierstapel in de papierlade
of de handinvoerlade/
universele lade.
In de papierlade liggen
briefkaarten, enveloppen,
etikettenvellen of
transparanten.
Briefkaarten of enveloppen
zijn in de verkeerde richting
geplaatst.
Verkeerde instelling
geselecteerd voor
Papierbron in het
printerstuurprogramma.
De instelling in het
printermenu is incorrect.
Het afdrukken wordt pas
voortgezet nadat vastgelopen
papier is verwijderd.
Problemen oplossen > 76
OPLOSSING
Plaats de printer op een plat
en stabiel oppervlak.
Gebruik papier dat voor de
printer geschikt is. Vermijd de
opslag van papier in een
omgeving waar het
buitensporig warm en vochtig
is. Bewaar het papier in een
beschermende verpakking.
Leg de papierranden tegen de
papiergeleiders aan.
Plaats meerdere vellen papier.
Verwijder de bestaande vellen
papier uit de lade en voeg
nieuwe vellen toe. Zorg ervoor
dat ze recht liggen en plaats
de vellen in de lade.
U kunt niet afdrukken met de
papierlade. Plaats
briefkaarten, enveloppen,
etikettenvellen of
transparanten in de
handinvoerlade of de
universele lade.
Controleer en plaats in de
juiste richting.
Selectee de correcte
papierbron in de
vervolgkeuzelijst Bron.
Stel het papierformaat in in
het menu Instellingen van de
printer.
Open en sluit de bovenklep.