NL
B5 (1–2) – voor een in een kanaal gemonteerde verwarming moet een temperatuursensor in de retour-
•
waterstroom worden geïnstalleerd om bevriezen te voorkomen (zie paragraaf 3.6).
B1 (3–4) – Om de aanvoertemperatuur te zien, moet een op het kanaal gemonteerde temperatuur-
•
sensor worden aangesloten. Zonder temperatuursensor werkt de LBK normaal, maar de aanvoertem-
peratuur wordt niet weergegeven op het bedieningspaneel. Op sommige units
temperatuursensor in de unit al aangesloten. Als extra op het kanaal gemonteerde verwarmings- /
koelingsapparaten worden gebruikt, moet de interne temperatuursensor (indien gebruikt) worden los-
gekoppeld en moet in plaats daarvan een afzonderlijke kanaaltoevoerluchttemperatuursensor worden
geïnstalleerd. In het kanaal moet de sensor stroomafwaarts van alle verwarmings- / koelingseenheden
worden geïnstalleerd op een afstand van minimaal twee kanaaldiameters van de dichtstbijzijnde warm-
tewisselaarspiraal.
1
Alleen in CF 150 F, CF 200 V, CF 300 V units.
34
Afb. 15a. Watertemperatuursensor
D
>2D
>2D
Afb. 15b. Installatie van een toevoerluchttemperatuursensor
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
D
1
is de toevoerlucht-
DOMEKT_C6M_installation manual_24-09