Beïnvloedende factoren zijn:
- Opslag- / bedrijfstemperatuur
- Verontreinigingen van het gemeten water
- Mechanische belasting van de sensormembraan
- Bewaren van een gevulde sensor in droge lucht
- Permanent gebruik in monsters met verhoogde kooldioxide-concentraties
Gebruikspositie:
De optimale gebruikspositie is met de sensoropening naar beneden.
Meetnauwkeurigheid:
De meetnauwkeurigheid kan worden beïnvloed door:
- Onvoldoende aanstroming
- Water en sensortemperatuur moeten in balans zijn. Meest nauwkeurige meting, als
bij meettemperatuur wordt gekalibreerd.
7.2 Inbedrijfstelling van de sensor
Bij levering is de sensor reeds gevuld, waardoor de sensor direct gebruiksklaar is.
Indien de sensor door een nieuwe wordt vervangen, dan moet deze voor het eerste gebruik
gekalibreerd worden (zie hoofdstuk 9).
7.3 Onderhoud van de sensor
Wanneer de elektrode niet meer gekalibreerd kan worden of geeft het alleen nog maar
onstabiele meetwaarden, dan moet deze worden onderhouden resp. de membraankap moet
worden vervangen.
Maar eerst wordt de membraankop losgeschroefd en de oude elektrolyt verwijderd.
Schroef de membraankop eraf en met een papieren doek de elektrolytoplossing afvegen.
Let op: Oude elektrolyt komt vrij!
Als de membraan onbeschadigd is dan kan de membraankop opnieuw worden gebruikt.
Anders moet de membraankop worden vervangen. Het vullen van de sensors gaat als volgt:
Na het vullen moet een wachttijd van ca. 2 uur worden ingepland, totdat de sensor
gestabiliseerd is.
Tijdens het vullen moeten geschikte handschoenen*) worden gedragen! De elektrolyt niet
met blote handen aanraken. Bij contact met de huid, de betroffen plek grondig met water
afspoelen.
Materiaal:
• Sensor
• Evt. reserve membraankop
• Vulpipet
• Elektrolyt KOH
• Platte schroevendraaier
• Huishouddoek
• Geschikte handschoenen*)
• Spoelbak
Afbeelding: Vullen met pipet
*) geschikte handschoenen: Volgens DIN EN 420, bijv. van natuurlijke latex, natuurlijk rubber, butylrubber,
nitrilrubber, polychloropreen, fluorrubber.
183
SD 310_1 10/2015