bleekmiddel voor witte was en
hygiënisch wassen,
– vloeibare wasmiddelen (ook
wasmiddelen voor eenmalig gebruik),
bij voorkeur voor wasprogramma's op
lage temperatuur (max. 60 °C) voor
alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
• De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal
afhangen van: type stof (delicaat, wollen,
katoen, enz.), de kleur van de kleding, de
grootte van de lading, de mate van
vervuiling, wastemperatuur en hardheid
van het gebruikte water.
• Volg de aanwijzingen op de verpakking
van het wasmiddel of de andere
toevoegingen zonder het aangegeven
maximumniveau (
• Meng geen verschillende soorten
wasmiddelen.
• Gebruik minder wasmiddel als:
– je een kleine lading wast,
– het wasgoed licht vervuild is,
– er grote hoeveelheden schuim zijn
tijdens het wassen.
• Wanneer je wasmiddeltabs of -pods
gebruikt, plaats deze dan altijd in de
trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje en volg de
aanbevelingen van de fabrikant op.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
• onbevredigende wasresultaten,
• het wasgoed dat grijs wordt,
• vettige kleding,
• schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
• schuimen,
• verminderd waseffect,
• ontoereikend spoelen,
• een grotere impact op het milieu.
15.4 Tips voor besparen
Om water, energie en wasmiddel te
besparen, raden we u aan deze tips te
volgen:
• Normaal vuile was kan zonder voorwas
worden gewassen om wasmiddel, water
en tijd te besparen.
• Door het apparaat te laden tot de
maximale capaciteit die voor elk
36
NEDERLANDS
) te overschrijden.
programma is aangegeven, wordt het
energie- en waterverbruik verminderd.
• Met de juiste voorbehandeling kunnen
vlekken en beperkte vervuiling worden
verwijderd; het wasgoed kan vervolgens
op een lagere temperatuur worden
gewassen.
• Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid
voorgesteld door de producent van het
wasmiddel en controleert u de
waterhardheid van uw huishoudelijk
systeem. Zie "Waterhardheid".
• Stel de maximaal mogelijke
centrifugeersnelheid in voor het
geselecteerde programma om energie te
besparen tijdens het drogen.
• Gebruik bij voorkeur korte cycli bij lagere
temperaturen.
15.5 Waterhardheid
Als het water in uw omgeving hard of medium
hard is, raden we u aan om een
waterontharder voor wasmachines te
gebruiken.
In gebieden waar het water zacht is, is het
niet nodig om een waterontharder te
gebruiken.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in
uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterontharder. Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het product.
15.6 De droogfase voorbereiden
• Draai de waterkraan open.
• Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over de
installatie voor meer informatie.
• Raadpleeg voor informatie over de
maximale wasgoedlading bij
droogprogramma's de
droogprogrammatabel.
15.7 Items die niet geschikt zijn
voor de droger
Stel voor dit wasgoed geen
droogprogramma in:
• Synthetische gordijnen.